Het Verwey-Jonker Instituut is sinds begin dit jaar actief op Bonaire, een bijzondere gemeente van Nederland. Daar ondersteunen onderzoekers de hulpverleners van Stichting Project om hun verblijf en behandeling van jongeren verder te ontwikkelen. ‘Wij begeleiden het proces, stimuleren samenwerking tussen verschillende partijen op het eiland en bieden expertise die aanhaakt op de behoefte daar.’
Stichting Project biedt hulp aan maximaal zestien kinderen en jongeren, verdeeld over twee huizen. Het gaat om jongens en meisjes van 8 tot 18 jaar. De problematiek van de jeugdigen is heel divers. De meesten van hen hebben langdurig in een onveilige opgroeisituatie verkeerd. Een combinatie van problematiek bij ouders (met beperkte opvoedvaardigheden tot gevolg), een zwakke sociale omgeving en kindfactoren, zoals bijvoorbeeld ontwikkelingsproblemen, traumatische ervaringen en gedragsstoornissen (bv. autisme, ADHD) liggen aan de basis van de ontstane problematiek.
De problematiek van de opgenomen jeugdigen is veelal meervoudig en complex. Eerder ingezette hulp heeft geen of weinig effect gehad en opvang in het eigen netwerk of in een pleegezin was niet haalbaar. Stichting Project is dan eigenlijk de laatste optie. Stichting Project wil zoveel mogelijk jongeren helpen. Maar dat moet wel op een veilige en passende manier. Nu de problematiek de laatste jaren verergert is, vraagt dat om doorontwikkeling en verdere professionalisering bij Stichting Project.
Zware problematiek
Liënne Domacassé is nu drie jaar directeur van Stichting Project. ‘Turbulente jaren’, noemt ze het. Ze kreeg te maken met steeds complexere problematiek en crisissituaties. ‘Dat komt door toenemende armoede. Voor veel ouders is het echt overleven, ze hebben geen tijd voor opvoeding, rust en regelmaat. Kinderen worden verwaarloosd, er is veel geweld en verslaving.’ Sommige kinderen worden vrijwillig uit huis geplaatst, anderen in opdracht van de rechter. Veel opvang- en behandelmogelijkheden zijn er niet op Bonaire, en het ontbreekt aan een gezamenlijke visie bij de organisaties die er wel zijn. ‘Het eiland is heel klein, en toch werken we langs elkaar heen.’
‘Wij hadden onze armen wijd open voor alle jongeren, ook voor hen met de zwaarste problematiek. Je wilt voorkomen dat ze nergens terecht kunnen en terug moeten naar hun thuissituatie’, aldus de directeur van Stichting Project. ‘Eerst verbleven jongeren met gedragsproblemen bij ons, nu hebben we ook te maken met gedragsstoornissen en trauma’s, op steeds eerdere leeftijd. Om deze kinderen echt goed te kunnen begeleiden, heb je een andere expertise nodig. Zo is het nu noodzakelijk om kennis te hebben van traumasensitief werken. Het ontbreken van deskundigheid heeft ertoe geleid dat er meerdere incidenten hebben plaatsgevonden en dat we zelf ook in een overlevingsmodus terecht kwamen, vertelt Domacassé. ‘Dat kan niet, deze jongeren zijn hier juist om een veiligere plek te krijgen dan thuis.’
In actie voor verandering
‘De opvang bij Stichting Project is vooral gericht op de groep, het individu moet meebewegen. Dat blijkt niet langer te passen’, aldus Frouke Sondeijker, hoofd van de onderzoeksgroep Jeugd, Opvoeding en Onderwijs van het Verwey-Jonker Instituut. ‘Zo’n drie keer per jaar wordt een jongere van Bonaire naar Nederland gevlogen voor behandeling. Dat is heel duur maar vooral niet goed voor hen, ze raken letterlijk ontwortelt. Ze spreken de taal niet, moeten wennen aan het onderwijs hier en hebben weinig of geen netwerk hier. Ze moeten helemaal opnieuw beginnen. Terug naar het eiland is lastig, omdat er in hun thuissituatie meestal niets is veranderd.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Stichting Project besloten het roer om te gooien na het verschijnen van het rapport ‘Tussen werelden’ en gunden het Verwey-Jonker Instituut de opdracht om actieonderzoek uit te voeren. ‘Dit actieonderzoek wordt uitgevoerd met Stichting project en haar partners en richt zich op het gezamenlijk door ontwikkelen van verblijf en behandeling op Bonaire’, benadrukt Sondeijker. ‘We helpen de hulpverleners ter plekke om te ontwikkelen, door op de werkvloer te onderzoeken wat zij nodig hebben, wat bij hen past en wat wij daarin kunnen betekenen. Er is nog geen jeugdwet en ook ontbreekt een gedeelde visie over wat goed genoeg opvoeden of veilig opgroeien is. Het opleidingsniveau van pedagogisch medewerkers is lager dan dat van pedagogisch medewerkers in Europees Nederland. Wel is er een heel hechte gemeenschap en is men gewend te zorgen voor elkaar. Het is dus belangrijk om aan te sluiten bij de mogelijkheden die er zijn. De cultuur op Bonaire verschilt van die in Nederland en daar proberen we ons bewust van te zijn en goed op aan te sluiten. Soms is er de wens vanuit Stichting project en de partners om bepaalde cultuurelementen te veranderen, soms geven inzichten uit onderzoek of kennis van Europees Nederlandse professionals aanleiding om over bepaalde elementen van de aanpak in gesprek te gaan om te kijken wat er beter kan en hoe dat in de praktijk van Stichting Project vorm kan krijgen.
‘Stichting project wil meer een behandelcentrum worden, met een individuele aanpak’, stelt de onderzoeker. ‘Nu zitten jongens en meisjes van 8 tot 18 jaar met allerlei verschillende problemen bij elkaar. Dat is uitdagend, zeker als je bij ieders individuele doelen wil aansluiten. Het idee is nu om hier twee groepen van te maken, tot en vanaf 12 jaar. Maar ook een jongere met autisme heeft iets anders nodig dan iemand met ADHD, dus ook daar gaan we samen naar kijken. Hoe kunnen de jeugdigen samenleven in een groep met een veilig en stimulerend leefklimaat en tegelijkertijd ook werken aan hun eigen doelen? En wat is nodig vanuit Stichting Project en haar partners om dat te realiseren? Inmiddels hebben alle partners samen om tafel gezeten en zijn er afspraken gemaakt om bepaalde processen te verbeteren. Dit gaat bijvoorbeeld over het proces van aanmelding. Dat blijft dan niet alleen bij herijkte afspraken. We gaan het bij de eerstvolgende jongere ook meteen anders doen en kijken dan hoe het gaat. We vieren de successen, kijken wat nog beter kan en gaan ook dat direct weer doen en evalueren: dat is actieonderzoek.’
Fundament versterken
Projectleider Roos de Wildt stroomlijnt het veranderproces door alle partijen op een lijn te krijgen. ‘Je maakt stappen en kijkt gaandeweg wat er goed gaat en wat nog niet lekker loopt, waarop je dan meteen kunt anticiperen. We zijn nu eerst samen met Stichting Project aan het onderzoeken hoe ze er graag uit zouden willen zien en wat daar voor nodig is. Hier trekken we nauw in op met de belangrijkste partners op Bonaire zoals Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN), Mental Health Caribbean (MHC), Stichting Aksesso en Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire (EOZ). Zo werken we naar een goed fundament voor het verblijf- en behandelcentrum, met overeenstemming over welke jongeren ze waarmee kunnen helpen, en een daarop aangepaste plaatsingsprocedure. Onderdeel hiervan is dat na plaatsing samen met de betrokken partners, de ouders en jongere afspraken worden gemaakt over behandeling. Zo gaan we meer naar netwerksamenwerking toe: samen naast het gezin gaan staan, om problemen binnen het gezin aan te pakken op de manier die binnen het gezin past.’
De onderzoekers van het Jonker-Verwey Instituut hebben individuele gesprekken gevoerd met de directie, pedagogisch medewerkers en jongeren van Stichting Project en met partnerorganisaties op het eiland. ‘Wat hebben ze van elkaar nodig, hoe zouden ze het graag zien?’ Daarna zijn alle partijen met elkaar om tafel gegaan om te praten over kansen voor samenwerking en kennisuitwisseling. ‘Zo groeit de verbinding’, aldus De Wildt. ‘Wie kan wat bieden? Vanuit Nederland voegen we desgewenst toe waar behoefte aan is, bijvoorbeeld kennis over systemisch werken, een train de trainer om een groepsgewijze sociale vaardigheidstraining te kunnen bieden aan jeugdigen of coaching on the job in het werken volgens de gekozen methode.’
Hierbij is het vooral van belang dat kennis op Bonaire geborgd wordt. Er is een flink verloop in personeel. De Wildt: ‘Dat betekent dat je nooit klaar bent met scholing. We willen samen met Stichting Project en de partners een structuur ontwikkelen om opleiding en kennisuitwisseling continu door te laten gaan, ook als dit onderzoek afgerond is.’
Bijzonder leerzaam
Ieder kind verdient het om zich geliefd en gewenst te voelen en binnen een veilige omgeving op te groeien’, concludeert Liënne Domacassé. ‘Stichting Project wil het behandelcentrum worden dat zij verdienen. Ik ben dankbaar dat VWS dit proces met ons wil aangaan, in plaats van dat er iets anders wordt opgezet. De kennis die de onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut meebrengen is fantastisch. Er zijn de laatste jaren al zoveel onderzoeken gedaan op Bonaire, maar deze is totaal anders: de insteek is dat ze naast ons staan. Dat helpt.’
Tegelijkertijd met het actieonderzoek zijn er trajecten gestart bij de ministeries van VWS en Onderwijs. ‘Zo wordt er gewerkt aan een nieuwe visie op opvoeden en veiligheid en wordt gekeken of er onderwijs op maat kan worden aangeboden binnen Stichting Project. Er gebeurt dus veel op dat kleine eiland en op dat alles proberen we met ons actieonderzoek aan te sluiten. Het is een bijzonder project, waar wij met zijn allen met heel veel plezier aan werken en allemaal ook veel van leren. Het mooie is dat we allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben, namelijk een plek creëren waar jeugdigen die het moeilijk hebben tot rust kunnen komen, weer perspectief gaan zien en ook de kansen een hulp krijgen om alsnog zo gezond, veilig, thuis en kansrijk mogelijk op te groeien.’