Een stage is om meerdere redenen belangrijk voor studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Door de stage doen studenten werkervaring op. Mbo-studenten met een migratieachtergrond worden bij het zoeken naar stages gediscrimineerd. Suzan de Winter-Koçak doet onderzoek naar stagediscriminatie en de aanpak ervan. ‘Er worden eindelijk stappen gezet’.
‘In 2016 deed ik voor het eerst onderzoek naar stagediscriminatie (zie: ‘Wat is er bekend over discriminatie van MBO-studenten bij toegang tot de stagemarkt‘). Ik raakte er toevallig bij betrokken, maar het onderwerp greep me meteen en sindsdien heeft het me ook niet meer losgelaten.’
We zijn nu drie rapporten, een tussenrapport en tips aan gemeenten verder:
- Gelijke kansen op gelijke stages
- Mbo stagediscriminatie voorkomen en aanpakken
- Mbo studenten Utrecht hebben te maken met stagediscriminatie
- Stagediscriminatie voorkomen
‘Er is maatschappelijk veel veranderd de afgelopen jaren. Toen we begonnen met onderzoek naar stagediscriminatie, was het nog moeilijk om discriminatie en institutioneel racisme bespreekbaar te maken. Nu kan er tenminste over gepraat worden en is er erkenning. Dat is een enorme vooruitgang.’
Weerstand
‘Ik voelde destijds in het onderwijs en op de arbeidsmarkt veel weerstand. Men wist niet wat stagediscriminatie was of ontkende dat het bestond.’
Om de mechanismen van discriminatie te zien, moet je juist naar kleur kijken. Suzan de Winter-Koçak: ‘Dat klinkt tegenstrijdig, maar is eigenlijk logisch. Als je het onderliggende probleem niet benoemt, kun je het ook niet oplossen.’
Suzan de Winter-Koçak: ‘De politiek vond de aanpak van stagediscriminatie wel belangrijk, maar dat vertaalde zich nog niet echt in concrete acties.’
Stagepact
Maar daar lijkt nu verandering in te komen. Een voorbeeld is het stagepact, waarbij onder meer onderwijsinstellingen en stagebedrijven gezamenlijke afspraken maken om stagediscriminatie te voorkomen en te bestrijden.
Hogescholen, universiteiten, de ministeries van OCW en SZW, studentenorganisaties en werkgevers hebben in juli 2022 een manifest opgesteld om stagediscriminatie aan te pakken. Studenten moeten op zo’n manier worden begeleid dat iedereen een gelijke kans heeft op een stageplek. Suzan de Winter-Koçak is blij dat het gaat om concrete acties en maatregelen. ‘Op dit moment is er een onderwijsinstelling die experimenteert met objectiever werven en selecteren bij stages in de vorm van matching, en dat is ROC Nijmegen. Ik hoop en verwacht dat er in het kader van het stagepact de komende jaren meer onderwijsinstellingen zullen volgen.’
Discussies
Het valt Suzan de Winter- Koçak op dat we bij het gesprek over stagediscriminatie vaak terecht komen in discussies over ‘vrijheid’. ‘Vrijheid om op basis van willekeur en/of persoonlijke voorkeuren zelf te beslissen welke stagiair je aanneemt bijvoorbeeld. Wat vaak naar de achtergrond verdwijnt, is dat we ook de verantwoordelijkheid hebben, zeker in het onderwijs, om studenten te beschermen.’
Want stagediscriminatie kan veel schade aanrichten, weet de onderzoeker. ‘Een ervaring met discriminatie kan wat doen met je zelfvertrouwen, met het vertrouwen in de toekomst, met het vertrouwen in instanties. Wat mij betreft weegt dit belang zwaar en zijn er simpelweg objectievere kaders nodig voor de procedure rondom stages. De afspraken binnen het stagepact zijn een eerste stap.’
Oppervlakte
Breder gezien is institutioneel racisme – waar stagediscriminatie ook onder valt – het afgelopen jaar meer aan de oppervlakte gekomen en onderdeel geworden van de maatschappelijke discussie. Een goede zaak, vindt De Winter-Koçak. ‘We kennen de voorbeelden van de Belastingdienst en de Toeslagenaffaire, het recente rapport over discriminatie bij Buitenlandse Zaken. Ook het kabinet heeft gezegd hier veel harder tegen op te willen treden. Een belangrijke stap is ook de aanstelling van Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Ook hij heeft van stagediscriminatie een belangrijk thema gemaakt.’
Er is veel in beweging gekomen. En De Winter-Koçak heeft het idee dat er steeds meer begrip, meer welwillendheid is om discriminatie en racisme aan te pakken. ‘De ernst van de zaak lijkt, in ieder geval bij een deel van de samenleving, door te dringen. Er is veel werk te doen.’ De Winter-Koçak staat te popelen om meer onderzoek te doen. ‘Naar institutioneel racisme binnen het bredere onderwijs, dus bijvoorbeeld stagediscriminatie binnen het hbo en wo, maar ook het schooladvies in het primair onderwijs en tussentijdse opstroom binnen het voortgezet onderwijs. En ook naar institutioneel racisme binnen de arbeidsmarkt en specifieker op de werkvloer. Ik hoop daar een mooie bijdrage aan te kunnen leveren.’