Na een scheiding is het over het algemeen het beste voor kinderen om contact met beide ouders te houden. Maar er kunnen ook goede redenen zijn waarom contact met eén van de ouders niet in het belang van het kind is. Het Verwey-Jonker Instituut deed in opdracht van Kind in Crisis Foundation onderzoek naar deze groep kinderen waarbij contact met één van de ouders niet veilig is. Hoe kunnen we deze kinderen (en hun ouders) het beste ondersteunen?
Hoe kinderen en ouders het beste ondersteund kunnen worden als een kind (tijdelijk) geen contact wil met een van de ouders, is nog onontgonnen terrein als het gaat om onderzoek. Het uitgangspunt is nog steeds dat omgang met beide ouders na scheiding altijd beter is voor het kind. De afgelopen decennia is daarom veel onderzoek gedaan naar verbetering van de communicatie tussen ouders, zodat ze beiden een rol blijven spelen in de opvoeding van de kinderen.
Ook bij hulpverleners ligt de focus op het behouden van contact. Kinderen die (tijdelijk) geen contact willen met een van de ouders ervaren vaak weerstand: er wordt nauwelijks naar hen geluisterd of onderzocht wat de redenen zijn om geen contact te willen, en wat de mogelijkheden zijn om dit contact (tijdelijk) te stoppen. Professionals en rechters onderzoeken daarnaast lang niet altijd of het contact met desbetreffende ouder veilig is. Meestal ligt de focus op de toekomst en ontbreekt aandacht voor situaties van onveiligheid in de periode voor de scheiding.
In dit artikel delen we enkele uitkomsten uit ons onderzoek ‘Als contact niet vanzelfsprekend is na scheiding‘. We gaan in op waarom kinderen soms geen contact met een van de ouders willen, we pleiten voor betere screening op veiligheid en opvoedvaardigheden, en geven aanbevelingen voor hulpverleners.
Redenen contactverlies
Wat kunnen redenen zijn dat kinderen na een scheiding geen contact meer willen met eén van de ouders? Bij ongeveer 1 op de 5 kinderen is dit het geval. We kunnen grofweg drie situaties onderscheiden:
- Het contactverlies is een tijdelijke fase die samenhangt met de ingewikkelde situatie na de scheiding. Door spanningen of conflicten rond de scheiding kan er een (korte) periode zijn waarin het kind het allemaal te ingewikkeld vindt: de dynamiek tussen de ouders en in de familie rond de scheiding, de oordelen over elkaar en de gekwetstheid van de ouders. Zeker de wat oudere kinderen richten zich in zo’n geval vaker op een van de ouders en willen geen contact met de andere ouder.
- In het geval van realistische oudervervreemding komt het contactverlies voort uit een onveilige situatie voor het kind of er zijn andere gegronde redenen waarom een kind geen contact wil met een ouder. De onveiligheid kan verschillende vormen hebben: geweld tegen een ouder of tussen ouders, een patroon van dwingende controle, fysieke en psychische mishandeling van het kind, of seksueel misbruik. Ook het ontbreken van (voldoende) opvoedvaardigheden is een belangrijke reden. Gebrek aan opvoedvaardigheden kan samenhangen met persoonlijkheidsproblematiek van de ouder zoals depressie, bipolaire stoornis, schizofrenie of narcisme, of drugs- en alcoholverslaving. Afwijzing van de ouder door het kind is begrijpelijk copinggedrag en een realistisch antwoord van het kind op wat het heeft meegemaakt.
- In het geval van ouderverstoting wil het kind geen contact met een ouder terwijl deze afwijzing niet in verhouding staat tot de ervaringen van het kind met deze ouder. Er zijn geen invoelbare redenen om geen contact te willen. De afwijzing kan zijn veroorzaakt door een patroon van negatieve houdingen en uitlatingen van de ene ouder richting de andere. Het kan ook een verdedigingsstrategie of overlevingsmechanisme van het kind zijn om met het loyaliteitsconflict om te gaan.
Tussen deze situaties zijn geen harde scheidslijnen, soms is de situatie te complex om dit onderscheid te maken. Bovendien worden de termen verschillend gebruikt door professionals en wetenschappers. Om aan de complexiteit tegemoet te komen, en openheid te houden voor herstel van de relatie tussen kind en ouder, is een nieuwe term geïntroduceerd door Visser en collega’s (2023): ‘geblokkeerde ouder-kindrelaties na scheiding’, een open, niet oordelende term. In de langere versie van dit artikel gaan wij hier dieper op in.
Meer ruimte voor pedagogisch belang
Op dit moment ligt bij de afweging om het contact voor te zetten of niet, de nadruk op het recht op omgang (juridisch belang). In ons onderzoek pleiten we voor meer aandacht voor het pedagogisch belang: de verantwoordelijkheid een goede ouder te zijn. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de bescherming tegen conflicten een meer basale behoefte is voor kinderen dan omgang met twee ouders (voor literatuurverwijzingen zie volledig artikel). Als het contact met een van de ouders te ontwrichtend is, dan kan het blijven inzetten op omgang schadelijk zijn voor een kind. Daarmee is de negatieve impact van de omgang groter dan het positieve effect van regelmatig contact met beide ouders.
Impact geweld of persoonlijkheidsproblematiek
De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dan ook dat er meer kennis nodig is over de impact van geweld of persoonlijkheidsproblematiek op een kind (en slachtoffer-ouder). In de keten van organisaties die betrokken zijn bij het opleggen van de zorg- en omgangsregeling na scheiding (rechterlijke macht, Raad voor de Kinderbescherming, gecertificeerde instellingen, advocatuur, hulpverlening) is dit nog niet optimaal. Er is meer kennis nodig over signalen van coercive control (of dwingende controle), de impact van psychisch geweld en coercive control, het herkennen van gedragspatronen van ongezond ouderschap en de betekenis ervan voor de zorg- en omgangsregeling. Als er meer inzicht is in verschillende patronen van onveiligheid en ongezond ouderschap, kan aan het pedagogische belang van veiligheid beter ruimte worden gegeven.
Screening: is er sprake van onveiligheid?
We concluderen dat er twee routes zouden moeten zijn: de route van een ‘gewone’ complexe scheiding en de route waarbij sprake is van onveiligheid. Aan het begin van het traject zou standaard een screening moeten plaatsvinden om na te gaan of er sprake is van onveiligheid, zowel feitelijke onveiligheid als het gevoel van onveiligheid bij kinderen. Als er zorgen zijn om de veiligheid, dan moeten hier eerst stappen in worden ondernomen. Pas bij voldoende veiligheid kan de omgangsregeling centraal staan.
Stem van het kind bij de rechter
Daarnaast verdient de stem van het kind beter te worden gehoord, hoewel dat niet eenvoudig is en ook kwetsbaar, zeker binnen het juridische traject. Het primaire doel van een kindgesprek bij de rechter is niet het verzamelen van informatie, maar participatie van het kind. Voor kinderen kan het lastig zijn als er niet wordt meegegaan in hun wensen en wat ze aan de rechter vertellen. Het is belangrijk om aan kinderen terug te koppelen waarom de rechter de beslissing heeft genomen en aan te geven hoe het verhaal van het kind is meegewogen. Een mooie manier om dit te doen is een brief van de rechter aan het kind, waarin hij/zij de overwegingen uitlegt. Daarnaast is het gewenst dat een kind een vertrouwenspersoon (bijzonder curator of kindbehartiger) heeft, zeker bij een complexe scheiding waar zorgen zijn om de veiligheid.
Ondersteuning als contact niet vanzelfsprekend is
Het stopzetten van een zorg- en omgangsregeling is geen eenvoudige beslissing. Dit geldt voor het kind, voor beide ouders en voor de rechter. In veel gezinnen waar het contact tussen ouder en kind is geblokkeerd, is de situatie zo complex dat het lange tijd duurt voor enigszins duidelijk is wat er speelt en wat de dynamiek is. We doen een aantal aanbevelingen:
- Doe als er zorgen zijn om veiligheid in een zo vroeg mogelijk stadium onderzoek, vanuit verschillende perspectieven. Maatwerk is hierbij essentieel. De ene keer is het beter om zo lang mogelijk uit de juridische context te blijven en de andere keer is een snelle juridische beslissing juist nodig. Goed onderzoek door gekwalificeerde mensen is belangrijk, waarbij het liefst de ouders apart van elkaar gesproken worden of er in ieder geval een goede afweging is of de ouders wel samen kunnen worden gesproken.
- Op het moment dat kinderen geen contact willen met een ouder of als er zorgelijke signalen zijn, is het belangrijk om systeemgericht te werken. Dit betekent dat er aandacht is voor alle leden van het gezin. Afhankelijk van de rol van de professional en de geweldsdynamiek kan in sommige situaties één professional de hulp en ondersteuning aan het gezin geven, terwijl in andere situaties aparte hulpverleners nodig zijn voor de verschillende gezinsleden.
- Zorg bij het voeren van gesprekken met kinderen voor een veilige omgeving, investeer in een vertrouwensband met het kind en ga vertrouwelijk om met wat het kind vertelt.
- Ondersteun de nabije ouder in haar/zijn proces, en ook in het contact met de kinderen en de andere ouder. Het is belangrijk dat zij/hij een neutrale houding t.o.v. de andere ouder heeft.
- Zorg voor een duidelijk verwachtingsmanagement richting de ouder op afstand, en investeer ook in een goede relatie met hem/haar.
In de langere versie van dit artikel gaan we dieper in op deze aanbevelingen en op de conclusies uit het onderzoek. Lees ook het bijbehorende rapport ‘Als contact niet vanzelfsprekend is na scheiding‘.