Geweld binnen gezinnen of families met afhankelijkheidsrelaties is een hardnekkig probleem. Professionals moeten daarom meer aandacht schenken aan de aard van de relatie tussen pleger en slachtoffer, stelt Majone Steketee in gesprek met Zorg+Welzijn.
Op zichzelf hoeven afhankelijkheidsrelaties niet problematisch te zijn, weet Majone Steketee. Vrijwel alle kinderen zijn afhankelijk van hun ouders, vrouwen kunnen bijvoorbeeld afhankelijk zijn van het inkomen van hun echtgenoot, en sommige ouderen zijn afhankelijk van mantelzorg. Steketee wijst wel op het specifieke karakter van huiselijk geweld binnen afhankelijkheidsrelaties. ‘We kennen natuurlijk de typische probleemgezinnen waar de zaken soms op gewelddadige wijze uit de hand lopen. Maar er komt ook steeds meer aandacht voor gezinnen waarin geweld wordt gebruikt als machtsmiddel, om de ander te controleren. Dat heeft heel verschillende gevolgen voor alle betrokkenen. Voor de kinderen in het gezin, maar ook de volwassenen en het hele netwerk er omheen.’
Pleger en slachtoffer
We moeten daarom volgens Steketee meer inzicht krijgen in de precieze relatie tussen pleger en slachtoffer van huiselijk geweld. Wat is de ‘functie’ van het geweld, en welke specifieke problematiek ligt eronder? ‘Als we dat niet helder hebben, zullen we nooit een goed antwoord hebben op de vraag wat de betrokkenen nodig hebben om ervoor te zorgen dat het proces stopt.’
Donderdag 6 oktober spreekt Majone Steketee op het Congres huiselijk geweld van Zorg+Welzijn in Veenendaal. Klik hier voor meer informatie!
Steketee is naast wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut ook als hoogleraar gespecialiseerd in de intergenerationele overdracht van geweld binnen gezinnen. Inzichten uit het fundamenteel onderzoek kan zij direct toepassen in het praktijk- of actiegericht onderzoek, om de hulpverlening aan kwetsbare gezinnen en jongeren te verbeteren.
Loyaal
Om de ernst van het probleem te schetsen: geweld binnen families of gezinnen is de omvangrijkste vorm van geweld in de samenleving. Jaarlijks hebben naar schatting tussen de 200.000 en 230.000 mensen te maken met ernstig of herhaaldelijk huiselijk geweld. Steketee pleit daarom voor meer onderzoek, en met name voor ‘oprechte aandacht’ voor de betrokken kinderen, die natuurlijk per definitie in een afhankelijke relatie met hun ouders zitten. ‘Kinderen zijn vaak heel loyaal naar hun ouders, ook als die een bron van onveiligheid zijn. Ze hebben vaak het gevoel dat ze door hulpverleners alleen als ‘informant’ worden gebruikt, om maatregelen tegen de ouders te nemen. Dat is natuurlijk geen basis om een vertrouwensband op te bouwen. We moeten beter uitleggen aan kinderen wat de hulpverlening precies doet en waarom.’
Volwaardige personen
Daarom moet er op de opleidingen ook meer aandacht komen voor het voeren van gesprekken met kinderen, vindt Steketee. ‘Kinderen ervaren veel stress door bijvoorbeeld langdurige armoede, psychische problematiek van ouders of onveiligheid thuis, en ze houden daar vaak complexe problemen aan over. Maar bij de aanpak van trauma focussen we nog veel te veel op het gedrag van de ouders. We moeten meer kijken naar de behoeften van de kinderen. Zij moeten behandeld worden als volwaardige personen, die óók hulp nodig hebben. Daarmee zouden we al een flinke stap zetten in het verwerkingsproces.’
Foto: Mylene Siegers
Eerder verscheen dit interview met Majone Steketee op de website van Zorg+Welzijn: ‘Bij trauma-aanpak voelen veel kinderen zich gebruikt als informant’