Discriminatie komt nog veel voor: ruim een op de tien Nederlanders van vijftien jaar of ouder geeft aan in 2021 discriminatie te hebben ervaren. In opdracht van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme voerden het Verwey-Jonker Instituut en Movisie in samenwerking met het Mulier Instituut en LKCA verkenningen uit naar discriminatie en racisme in de woningmarkt, de zorg en sport en cultuur.
Deze verkenningen vormen samen met al bestaande deelrapporten over arbeidsmarkt, onderwijs, sociale zekerheid en politie de basis voor de voortgangsrapportage van de Staatscommisie: ‘Aard, omvang en oorzaken van discriminatie en racisme in Nederland: eerste inzichten en vervolg’.
Sport en cultuur
Binnen de verkenning naar sport en cultuur is gebruik gemaakt van drie methoden: inventarisatie, verdiepende literatuurstudie en interviews met experts. We onderzochten welke discriminatieproblemen binnen de domeinen sport en cultuur worden ervaren. Voor beide sectoren zijn twee discriminatieproblemen geselecteerd voor nader onderzoek: lhbtiq+ binnen voetbal, etnische representatie binnen sportbesturen, ongelijke representatie en beloning op grond van sekse in de culturele sector en discriminatie en uitsluiting in de museale sector.
De sport- en cultuursector worden vaak gezien als innovatieve en verbindende sectoren, en daarmee als een instrument voor inclusie. Dit heeft tot gevolg dat er minder oog is voor de discriminatieproblemen en mechanismen die ook binnen deze sectoren spelen. Het streven naar diversiteit en inclusie is niet hetzelfde als het bestrijden van discriminatie, racisme en uitsluiting. Toch wordt er vooral – of bijna alleen – gesproken over diversiteit en inclusie, waardoor het lastig is om effectief beleid en vervolgacties te ontwikkelen op antidiscriminatie.
Lhbtiq+ binnen voetbal
Er bestaat binnen het amateur- en betaald voetbal vaak weinig bewustzijn dat ook uitingen die niet homo-negatief zijn bedoeld, wel discriminerend kunnen zijn en daarmee een uitsluitende werking kunnen hebben. Geïnterviewden pleiten voor meer intensieve maatregelen gericht op bewustwording en dialoog. Ook pleiten ze voor nieuwe omgangsnormen: stel nieuwe normen door vaker op te treden tegen lhbtiq+-discriminatie in het voetbal. Rolmodellen en ambassadeurs binnen het voetbal zijn hierin volgens hen belangrijk, evenals de integratie van aandacht voor lhbtiq+-inclusie in breder antidiscriminatiebeleid en in trainers- en sportopleidingen.
Etnische representatie binnen besturen
Nederlanders met een migratieachtergrond zijn ondervertegenwoordigd in kaderfuncties, vooral in bestuursfuncties en de hoogste trainersfuncties in de sportsector. De ontkenning dat gebrekkige etnische diversiteit in kaderfuncties mede wordt veroorzaakt door een ongelijk speelveld maakt dat er in beleidsplannen van sportorganisaties niet of nauwelijks aandacht is voor etnische diversiteit in kaderfuncties. Meer inzet op bewustwording en agendering van het thema is dan ook belangrijk, samen met het doorbreken van het taboe dat aan het gebrek aan diversiteit geen discriminatie ten grondslag kan liggen.
Ongelijke representatie en beloning op grond van sekse
Vrouwen hebben niet dezelfde toegang tot de culturele en creatieve arbeidsmarkt, krijgen geen gelijke beloning en vertegenwoordiging en hebben te maken met ongelijke waardering en erkenning van hun werk ten opzichte van mannelijke collega’s. De focus binnen de cultuursector lijkt vooral te liggen op het ontwikkelen van diversiteit- en inclusiebeleid, maar dit betekent niet per definitie ook het bestrijden van bestaande en/of voortdurende discriminatie onder andere op grond van sekse binnen de sector. Het is belangrijk dat ook hier expliciet aandacht voor is, net als voor de verschillen tussen deelsectoren binnen de gehele cultuursector.
Discriminatie en uitsluiting in de museale sector
Over de precieze omvang van discriminatie op grond van etniciteit binnen de museumsector zijn geen harde cijfers bekend. Dat wil niet zeggen dat er geen discriminatie is; het vermoeden is dat veel ervaringen en incidenten niet worden gemeld. Discriminatie en uitsluiting uiten zich op het vlak van representatie op alle niveaus van de cultuursector; personeel, programma, publiek en samenwerkingspartners. Er is bovendien een gebrek aan meerstemmigheid. In het onderzoek geven we aanbevelingen ter preventie of bestrijding van discriminatie en uitsluitingsmechanismen.
De woningmarkt
Als het gaat over de woningmarkt zijn twee discriminatieproblemen geselecteerd voor verder onderzoek: discriminatie op grond van herkomst bij hypotheekverstrekkingen en discriminatie van mensen met een beperking in de toegang tot een woning. In zijn algemeenheid is het van belang dat er meer bewustzijn komt over (indirecte) discriminatie en hoe een opeenstapeling van ongelijke kansen (en uitkomsten) de toegang tot wonen bij sommigen tot uitsluiting kan leiden.
Discriminatie op grond van herkomst bij hypotheekverstrekkingen
Uit de verkenning naar hypotheekverstrekkingen komen geen signalen naar voren dat er sprake is van directe discriminatie bij hypotheekverstrekkingen. Wel zien we over het algemeen dat mensen met een migratieachtergrond minder toegang hebben tot een hypotheek vanwege hun doorgaans onzekere en slechtere arbeids- en financiële positie ten opzichte van mensen zonder migratieachtergrond. De oorzaken hiervan kunnen deels toegeschreven worden aan structurele discriminatie en institutioneel racisme. Doordat eigenwoningbezit bijdraagt aan het opbouwen van vermogen en doorgeven van vermogen aan volgende generaties, is het gevolg dat er structurele (financiële) ongelijkheid ontstaat.
Toegang tot woningen voor mensen met een beperking
In heel Nederland is er een krapte aan woningen, en mensen met een beperking worden extra hard geraakt. De verkenning laat zien dat er veel uitdagingen zijn voor mensen met een beperking op het gebied van wonen. Discriminatie op grond van beperking wordt op verschillende manieren ervaren. Zo zijn er aanwijzingen dat mensen met een beperking worden geweigerd voor een woning vanwege hun beperking. Daarnaast kan discriminatie zich uiten doordat aanpassingen aan woningen in sommige gevallen niet worden gerealiseerd. Hierdoor zijn mensen aangewezen op een woning waarin zij niet volledig kunnen functioneren of worden zij min of meer gedwongen om te verhuizen. Naast dit gegeven, worden mensen met een beperking aangetast in hun vrijheid doordat er weinig woningen geschikt zijn voor mensen met (verschillende typen) beperking(en).
De aanpak van dit probleem begint met een goede afstemming en samenwerking tussen de partijen die hierbij betrokken zijn, waarbij de mensen met een beperking zelf niet vergeten mogen worden. De belangrijkste maatregel om dit aan te pakken is het creëren van meer toegankelijke woningen. Daarnaast zou er meer kennis en bewustwording bij architecten en andere relevante beroepsgroepen gecreëerd kunnen worden over toegankelijk bouwen voor mensen met een beperking.
De zorg
Ook voor de zorg is een verkenning uitgevoerd waarbij specifiek is gekeken naar discriminatie binnen de jeugdzorg en discriminatie van hulpverleners door cliënten. Het volledige onderzoek is te vinden op de website van Movisie.
Naar de voortgangsrapportage van de Staatscommissie