Slachtoffers van huiselijk geweld kunnen sinds 2011 terecht bij het Oranje Huis. Deze opvang van de Blijf Groep, biedt een open, maar veilige omgeving waarbij systeemgerichte hulp aan alle gezinsleden centraal staat. Het hoofddoel van de Oranje Huis-aanpak is het stoppen van huiselijk geweld en het creëren van de juiste omstandigheden om te werken aan veiligheid en herstel. Uit het onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van de Blijf Groep deed naar het Oranje Huis, blijkt dat deze aanpak goed werkt. Het onderzoeksrapport ‘In de Lift’ is vandaag gepresenteerd.
Het Verwey-Jonker Instituut deed tussen 2016 en 2020 onderzoek onder Nederlandstalige cliënten van de Oranje Huizen in Alkmaar en Amsterdam (met en zonder kinderen). Zij hebben op drie meetmomenten, verspreid over anderhalf jaar, een vragenlijst ingevuld over het geweld en de problematiek en welbevinden van zichzelf en hun kinderen . Daaruit bleek dat er bij cliënten sprake is van zeer ernstig geweld en meerdere trauma’s als ze bij het Oranje Huis komen. Onderzoeker Milou Lünnemann: ‘Veel vrouwen die in het Oranje Huis komen, hebben ook te maken gehad met geweld in hun jeugd. Dat geweld herhaalt zich in de relatie met hun partner. De problemen die deze vrouwen en kinderen ervaren, is ook ernstiger dan van de vrouwen en kinderen die gemeld zijn bij Veilig Thuis. Ze ervaren een lagere kwaliteit van leven, hebben meer trauma klachten, hebben vaker geen betaald werk en moeten rondkomen van een laag inkomen. De vrouwen in het Oranje Huis zijn vergeleken met vrouwen die zich melden bij Veilig Thuis ook jonger, hebben vaker een migratieachtergrond en zijn lager opgeleid.’
Aanvullend onderzoek
Naast de vragenlijsten zijn diepte interviews gehouden met een aantal cliënten en hulpverleners uit Oranje Huizen. Dit was zowel met cliënten die de Nederlandse taal spraken als met cliënten die de Nederlandse taal niet voldoende machtig waren. Uit de interviews kwam naar voren dat ondanks de zware problematiek bij binnenkomst in het Oranje Huis, het na ruim een jaar beter gaat met de meeste vrouwen. Katinka Lünnemann: ‘Ze voelen zich veilig en ervaren rust als ze in het Oranje Huis zitten, waar ze een eigen appartement hebben en ook hun huisdier mogen meenemen De meeste vrouwen zijn tevreden over hun maatschappelijk werker. Ze krijgen niet alleen praktische ondersteuning, maar leren ook om hun eigen kracht te versterken en inzicht te krijgen in geweldspatronen. Daardoor hebben ze meer zelfvertrouwen, zien dat het beter gaat met de kinderen en vinden dat hun kwaliteit van leven is toegenomen. Wel ervaren de vrouwen nog veel stress. Dat kan komen door contact met de ex-partner rond de scheiding, de omgangsregeling voor de kinderen en de onzekerheid over de toekomst. Vooral de niet-Nederlandstalige vrouwen geven aan dat ze extra verantwoordelijkheid ervaren nu ze zelfstandig (met kinderen) wonen en ze merken dat de gebeurtenissen uit het verleden nog steeds impact hebben op hun leven. Dat zorgt ook voor stress en gezondheidsklachten.’
Er is dus aanvullend onderzoek gedaan onder cliënten van het Oranje Huis die de Nederlandse taal onvoldoende beheersten en daardoor niet zelfstandig vragenlijsten in konden vullen. Er werden met hen interviews gehouden met behulp van een tolk. Milou Lünnemann: ‘Het is belangrijk om inzicht te hebben in de ervaringen van deze groep cliënten, omdat de medewerkers van het Oranje Huis regelmatig te maken hebben met een vrouw die de Nederlandse taal niet voldoende spreekt. Daarom rees de vraag of de Oranje Huis methodiek ook aansluit bij hun behoeften. Voor deze doelgroep is een kwalitatief onderzoek gedaan met twee meetmomenten naar dezelfde thema’s als voor de andere vrouwen in het Oranje Huis.’
In het onderzoek is een groep vrouwen voor langere tijd gevolgd. Daardoor was te zien dat tijdens en na het verblijf in het Oranje Huis het geweld afnam. Na ruim anderhalf jaar was in iets meer dan de helft van de gevallen het geweld helemaal gestopt. Ook was minder sprake van trauma’s. En kinderen voelden zich emotioneel veiliger. Wel was nog sprake van stress, bij moeders én kinderen.
Tijdens en na het verblijf in het Oranje Huis nam het geweld af. Na het derde meetmoment was in iets meer dan de helft van de gevallen het geweld helemaal gestopt. En was er minder sprake van trauma’s. En kinderen voelden zich emotioneel veiliger. Wel was er nog sprake van stress, bij moeders én kinderen. Directeur Hanneke Bakker Blijf Groep over deze uitkomst: ‘Natuurlijk zijn we blij met deze uitkomst, maar onze ambitie is groter. Het geweld moet stoppen en om dit voor elkaar te krijgen, moeten we blijven ontwikkelen, kennis opdoen én samenwerken. De problemen van onze cliënten zijn dermate complex dat we ze niet alleen kunnen oplossen. Alleen samen met andere partijen kunnen we duurzame veiligheid realiseren.’
Het keurmerk Veiligheid in de vrouwenopvang, dat vorig jaar is ontwikkeld, is ook een belangrijke stap, vindt Hanneke Bakker. In dit keurmerk zijn ook normen voor goede hulp en opvang aan de kinderen zijn opgenomen. ‘We zijn trots dat we dit keurmerk hebben gehaald maar klaar zijn we nog lang niet.’
Dikke voldoende
Uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat de hulpverlening in het Oranje Huis een dikke voldoende krijgt. Zowel de praktische hulp als de emotionele ondersteuning wordt door de cliënten als zeer prettig ervaren. Het speciale programma voor kinderen in de opvang wordt ook zeer gewaardeerd. Essa Reijmers, adviseur innovatie & ontwikkeling bij de Blijf Groep: ‘Het was tien jaar geleden een grote stap om met zichtbare, herkenbare opvang midden in de stad te gaan werken, waar je ook nog de partners ontvangt. En toch voelen vrouwen zich hier veilig en ervaren ze rust. En kunnen ze gewoon bezoek ontvangen van familie, vriendjes van de kinderen. Systeemgericht werken is meer dan met de (ex-) partners werken, dat komt uit dit onderzoek goed naar voren. Cliënten waarderen het ook heel erg dat hun huisdieren welkom zijn. Dat kan niet overal.’
De onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut noteerden ook een aantal verbeterpunten. Zo kan de opvang voor cliënten die in het weekend in het Oranje Huis aankomen, beter. Nu vallen cliënten vaak in een gat omdat er in het weekend minder bezetting is. Essa Reijmers reageert hierop: ‘Collega’s die het vaakst in de weekenden werken, zijn meteen aan de slag gegaan met deze uitkomsten. Zo zijn er plannen gemaakt om via een app-groepje of samen met onze ervaringsdeskundigen de persoonlijke aandacht de eerste dagen te vergroten, ook in het weekend en in de avond.’
Verder bevelen de onderzoekers aan om niet de termijn van de opvang leidend te maken, maar het bereikte resultaat. Dat zal bij de ene cliënt sneller gaan dan bij de andere. De veiligheid moet daarbij voorop staan. En ook zou er in het geval er kinderen zijn, meer aandacht kunnen zijn voor de omgangsregeling. Directeur Hanneke Bakker: ‘Uit het onderzoek blijkt dat we in de Oranje Huizen te maken hebben met de zwaarste vormen van huiselijk geweld. Dat verplicht ons altijd te reflecteren op wat we doen. Wat werkt wel en wat niet, wat kan beter? Denken dat je dé oplossing hebt is mijn inziens een groot risico. De aanbevelingen in dit rapport helpen ons de Oranje Huis-aanpak verder te verbeteren en om het vakmanschap van onze professionals te blijven voeden. De mannen, vrouwen en kinderen waar we voor werken verdienen dit!’