Het Verwey-Jonker Instituut heeft een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen van vaders met thuiswerken tijdens de coronacrisis. Veel vaders zijn positief over thuiswerken, zo bleek, en willen dit in de toekomst blijven doen.
De lockdown van de afgelopen maanden heeft geleid tot veel veranderingen. De toename van thuiswerken is een van de belangrijkste. Er is veel aandacht geweest voor de effecten hiervan, onder andere wat betreft de combinatie werk en zorg / onderwijs voor de kinderen. Recent presenteerden de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit onderzoek naar de effecten op de taakverdeling tussen vaders en moeders. Conclusie: voor moeders veranderde er meer dan voor vaders.
In het algemeen is minder bekend over ervaringen van vaders. Het korte onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut uitvoerde, was dan ook specifiek op hen gericht. In de periode van 4 mei tot 2 juni vulden 179 vaders een online enquête in over hun ervaringen tijdens de coronacrisis. De meeste vaders (80%) hadden 1 of 2 kinderen, 48% was jonger dan 40 jaar, 85% had tenminste een HBO-opleiding. 22% van de vaders had een cruciaal beroep en 64% gaf aan dat zij hun werk thuis konden uitvoeren.
Positief
De vaders die deelnamen aan het onderzoek werkten aanzienlijk meer uren thuis tijdens de coronacrisis. Een groot deel van hen (bijna 75%) was (zeer) positief over het feit dat ze meer tijd konden besteden aan opvoeding, gezin en huishouden. Niet alleen zijn vaders zelf tevreden over thuiswerken, een groot deel zegt de indruk te hebben dat hun kinderen het ook fijn vinden. Zo zeiden sommige vaders dat hun kinderen nu meer met hun als vader optrokken. Vaders gaven aan dat thuiswerken bovendien minder reizen betekent en dus meer tijd voor de kinderen en voor het huishouden. Tegelijkertijd merkten vaders op dat het soms lastig is dat ze de kinderen ook moeten ondersteunen met hun schoolwerk. Er is zo minder tijd voor hun partner en voor zichzelf.
Een groot deel van de vaders (80%) wil in de toekomst evenveel uren blijven werken. Ruim de helft van hen zou vaker thuis willen werken, en een derde zou dan ook meer tijd aan het gezin en opvoeding willen besteden. Dit heeft geen effect op het gebruik van kinderopvang of buitenschoolse opvang: 90% van de respondenten geeft aan dat hun kinderen weer evenveel dagen van opvang gebruik zullen maken. Vaders wijzen op de positieve invloed van kinderopvang op de ontwikkeling van kinderen en het belang van het samen zijn met andere kinderen, bovendien is het soms nodig als beide ouders werken.
Meer thuis
Voor de coronacrisis was 18% van de vaders tijdens werkdagen niet huis, 62% maximaal een dag en 20% meerdere dagen. Bij hun partners was de situatie anders, 1% was tijdens werkdagen niet thuis, 43% maximaal een dag en 66% meerdere dagen. Tijdens de lockdown nam voor 80% van de vaders het aantal dagdelen dat zij thuis waren toe; voor 55% met meer dan 20 uur. Een flinke stijging dus. Voor moeders veranderde het aantal dagen dat zij met de kinderen thuis waren ook, maar minder: voor 20% was er geen verandering te zien, en voor 42% was de stijging eveneens meer dan 20 uur.
Toekomst
Uit deze verkennende studie wordt duidelijk dat vaders veel meer thuis hebben gewerkt, dit positief waarderen en dit in de toekomst zouden willen blijven doen. Nu iedereen aan het nadenken is over wat te behouden rondom thuiswerken, is het belangrijk om mee te wegen welk positief effect dit kan hebben op de betrokkenheid van vaders bij het gezin en opvoeding. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of voornemens ook gerealiseerd worden, en hoe thuiswerken ervaren wordt als kinderen weer meer op het kinderdagverblijf of op school zijn.