Het Verwey-Jonker Instituut doet al sinds 1993 onderzoek naar de maatschappelijke vraagstukken van vandaag en morgen. Maar wat drijft de onderzoekers en medewerkers achter het instituut? In de reeks Verwey-Jonker Verhalen nemen we je mee achter de schermen van ons onderzoeksinstituut. Hier duiken we niet alleen in de fascinerende wereld van ons werk, maar ontdekken we ook de persoonlijke verhalen, drijfveren en ervaringen van de mensen die het Verwey-Jonker Instituut tot een bron van kennis maken.
Andrew Britt, Senior Onderzoeker Sociaal Domein, deelt deze keer zijn verhaal in Verwey-Jonker Verhalen. Andrew woont in Voorburg met zijn vrouw en drie kinderen en werkt inmiddels al 3,5 jaar bij het Instituut.
Hoe ben jij als onderzoeker bij ons terecht gekomen?
‘Ik heb geschiedenis gestudeerd en na mijn studie heb ik een tijdje gewerkt in een CD-winkel, terwijl ik nadacht over wat ik wilde. Toen ik over mijn maatschappelijk-politieke interesses sprak met een klant in diezelfde winkel, adviseerde hij mij bij SGBO te solliciteren. SGBO, werd kort voordat ik in dienst kwam, overgenomen door BMC, een groot adviesbureau in de publieke sector dat ook (beleids)onderzoek doet.
Ik heb dertien jaar bij BMC gewerkt en veel kennis opgedaan over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Participatiewet en later de Jeugdwet. Daar kwam ik erachter dat ik kwalitatief onderzoek het leukst vind, omdat je dan veel in gesprek gaat met mensen. Je mag met de mensen praten voor wie het beleid wordt gemaakt en van dichtbij ondervinden wat de keuzes van anderen voor invloed op hun leven hebben. Tegelijkertijd mag je ook met de mensen praten die invloed hebben op dit beleid en deze keuzes.
‘Je mag met de mensen praten voor wie het beleid wordt gemaakt en van dichtbij ondervinden wat de keuzes van anderen voor invloed op hun leven heeft.’
Door mijn eigen nieuwsgierigheid kwam ik veel te weten over het maatschappelijke domein, over verschillende hulp- en dienstverleningen en wat voor effect dit op de mensen heeft en hoe je dit kan proberen beter te maken. Door de jaren heen heb ik ontzettend veel mooie gesprekken gehad door heel Nederland, met mensen in een kwetsbare situatie. Deze mensen kunnen vaak heel krachtig zijn en hebben soms hele eenvoudige behoeftes. In mijn onderzoeken probeer ik dat kenbaar te maken voor de mensen die hier iets aan kunnen doen.
Na 13 jaar merkte ik dat ik qua onderzoek uitgeleerd was bij BMC en maakte ik de overstap naar het Verwey-Jonker Instituut. Hier ben ik als Senior Onderzoeker meer projectleider van mijn eigen onderzoeken en heb ik een andere rol op een ander niveau, maar toch inhoudelijk ook wel overlap.’
Met welke onderzoeken ben jij nu bezig?
‘Er lopen altijd meerdere projecten tegelijk. Zo ben ik nu bezig met een onderzoek in opdracht van CZ zorgkantoor, waar we kijken naar de mogelijkheden en belemmeringen voor het vaker scheiden van wonen en zorg. Een ander onderzoek dat loopt, gaat over de houdbaarheid van de Wmo: Hoe houden we de Wmo betaalbaar naar de toekomst toe en welke rol speelt de sociale basis daarin?
Ik doe veel onderzoek op het terrein van de sociale basis. Een beleidsconcept dat heel breed is, van inwoners die naar elkaar omkijken en buurtinitiatieven, tot sociaal werk. De sociale basis wordt soms door beleidsmakers gezien als de oplossing van ‘alles’, maar inwoners en gemeenschappen doen gewoon hun ding, niet omdat de overheid dat van hen verwacht. Zo doen we samen met Movisie onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar wat we verstaan onder een sterke sociale basis? En wat kunnen wij doen vanuit verschillende brancheorganisaties? Deze informatie halen we op, maar voeden we ook met kennis uit eigen onderzoek.’
Bekijk de publicatie: Sociale basis versterken, investeren in de toekomstWat vind je het leukst aan werken bij het Verwey-Jonker Instituut?
‘Een combinatie van een leuke, maar niet te grote, groep collega’s waar ik fijn mee kan samenwerken en het bezig mogen zijn met onderwerpen die mijn interesse hebben. Interessante en belangrijke onderwerpen, waarmee ik een verschil hoop te maken.’
Zou jij het Verwey-Jonker Instituut aanraden?
‘Absoluut. Aan mensen die geïnteresseerd zijn aan het zelf beter begrijpen van vraagstukken, die meer kennis willen opdoen met als doel dat de praktijk hier wat mee kan. En dat kan hier heel goed. We worden gelezen, we worden gezien én we worden gevonden. Je invloedssfeer is misschien niet enorm, maar je kan zeker bijdragen aan het beter oplossen van problemen. Absoluut een aanrader dus!’