Veel statushouders in Nederland zijn werkloos. Het Verwey-Jonker Instituut onderzocht twee initiatieven waarbinnen statushouders door middel van een intensief traject begeleid worden richting werk: NVA Werktrajecten in Amersfoort en Vluchtelingen Investeren in Participeren (VIP) van VluchtelingenWerk Oost-Nederland. Deze trajecten helpen deelnemers zich klaar te stomen voor, en aan te passen aan de Nederlandse arbeidsmarkt. In ons onderzoek zetten we de werkzame elementen van de initiatieven op een rij.
Zo spelen de werktrajecten een belangrijke rol in het bijsturen van ambities en het scheppen van realistische verwachtingen. Als een droombaan niet binnen bereik blijkt, maakt het merendeel van de deelnemers die we spraken gaandeweg een ‘plan B’ dat beter aansluit bij de Nederlandse arbeidsmarkt. Als het niet lukt om binnen het eigen vakgebied werk te vinden beginnen veel respondenten bijvoorbeeld in een ‘broodbaan’, waardoor ze in staat zijn om naast hun werk een opleiding te volgen, de Nederlandse taal (beter) te leren of hun werk met hun gezinsleven te combineren.
Praktijkervaring
Een ander werkzaam element is de praktijkervaring die deelnemers opdoen tijdens de trajecten. Dit doen ze in de vorm van een stage, proefplaatsing, werkervaringsplek en/of vrijwilligerswerk. Op die manier maken de deelnemers kennis met werkgevers, versterken hun vaardigheden en doen ze ervaring op de werkvloer op.
Uit ons onderzoek komt naar voren dat 33% van de participanten van VIP anderhalf jaar na het krijgen van een verblijfstatus een betaalde baan had. Bij de deelnemers van NVA Werktrajecten was dit 28 procent. Deze cijfers liggen hoger dan het landelijk gemiddelde: uit CBS-cijfers blijkt dat na drie jaar verblijf 18% van de statushouders een betaalde baan heeft. De meeste arbeidscontracten van de deelnemers zijn echter wel tijdelijk.
Klik hier voor het volledige rapport.