Veel ouders en kinderen met een migratieachtergrond krijgen te maken met discriminatie vanwege hun religieuze of etnisch-culturele achtergrond of huidskleur. Ouders ervaren dit als een van de grootste pijnpunten in de opvoeding. Dergelijke ervaringen hebben veel impact op hun welzijn en dat van hun kinderen. Uit eerder onderzoek weten we dat er nog weinig ondersteuning is voor opvoeders. We deden daarom een verkenning onder ouders én professionals over wat ze tegenkomen aan ervaringen bij ouders en kinderen en welke ondersteuning volgens hen helpend is. Dit koppelden we aan wat we daarover al weten uit de literatuur.
Ervaringen met discriminatie veranderen
Zowel ouders zelf als hun kinderen hebben uiteenlopende ervaringen met discriminatie, die in de rapportage worden beschreven. De moeders die wij spraken zien hun kinderen soms al van jongs af aan ongelijk behandeld worden. Vaak gaat het om situaties op school, vooral met docenten of andere professionals in school, soms met leeftijdgenoten. Kinderen zelf worden zich tegen het eind van de basisschool bewuster dat er verschil wordt gemaakt, al hebben sommigen al jonger ervaringen die impact hebben op hun welbevinden. Vanaf de tienerleeftijd doen incidenten zich ook meer voor buiten de schoolcontext. Jongens krijgen vaker te maken met negatieve bejegening dan meisjes, komt naar voren uit het onderzoek.
Opvoeding
Ouders zijn nog zoekende in hoe zij hun kinderen het beste kunnen ondersteunen. Ze hebben ook hun eigen ervaringen en emoties die in de weg kunnen zitten. Kinderen zijn zich bewuster van discriminatie dan zij zelf vroeger waren en vragen ook vaker om een actieve ondersteuning door ouders. Hoe opvoeders reageren, verschilt per situatie. Goed luisteren naar kinderen en hen serieus nemen in wat ze meemaken is een belangrijke basis, naast kinderen ondersteunen om trots te zijn op wie ze zijn. Soms is het nodig om het gesprek aan te gaan op school. Het is belangrijk kinderen te helpen weerbaar te zijn. Voor opvoeders betekent dit een zoektocht naar de balans tussen aandacht voor wat kinderen meemaken én het desondanks overbrengen van hoop op een goede toekomst. Volgens onderzoek en professionals is het belangrijk ook los van incidenten van jongs af aan te praten over kleur en ongelijkheid, om kinderen te helpen steviger in hun schoenen te staan. Daarmee hebben ouders in het onderzoek nog weinig ervaring.
Onderling praten
Ouders vinden het fijn onderling te praten over wat ze meemaken; hier ligt een rol weggelegd voor opvoedondersteuners. Daarbij is het belangrijk aan te sluiten op plekken waar ouders al bij elkaar komen, en waar zij zich veilig voelen om dit gesprek te voeren. De publicatie pleit ook voor professionalisering rond discriminatie en ongelijke kansen, zowel bij opvoedondersteuners als in de schoolcontext.
KIS ontwikkelde eerder de tool ‘Waardenopvoeding in diversiteit’. Deze helpt professionals zich bewuster te worden van hun eigen blik op de ander, en met collega’s aan de hand van filmfragmenten te praten over wat ouders meemaken en wat ze kunnen aanreiken.