In opdracht van de Anne Frank Stichting heeft het Verwey-Jonker Instituut onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de lockdowns op jongeren die ten tijde van de corona lockdowns 11 tot 18 jaar waren.
Het onderzoek bestond uit een literatuurstudie en diepte-interviews met docenten, jongerenwerkers en leerlingen. In het onderzoek stonden de volgende vragen centraal:
- Identificatie trends in problemen van jongeren op de volgende thema’s: mentale en gedragsproblematieken, gebrekkig sociaal leerproces, minder sociale vaardigheden en inlevingsvermogen/empathie, psychologische schade, frustraties, boosheid.
- Veranderende omgang met sociale media/internet. Toegenomen aanbod en ontvankelijkheid voor narratieven die binair denken over de samenleving bevorderen.
- Wat is bekend over een mogelijk ‘herstelvermogen’ van jongeren in de jaren na de lockdown ten aanzien van geconstateerde problemen?
- Wat is de impact op het denken van jongeren over democratie, rechtsstaat en andere bevolkingsgroepen?
- Wat betekent dit voor educatieve aanpakken voor jongeren, in het bijzonder op democratie en rechtsstaat?
Op basis van de onderzoeksresultaten identificeren we drie kernbevindingen:
- De corona lockdown heeft voor (een deel van de) jongeren negatieve impact gehad op sociaalemotionele ontwikkeling, sociale vaardigheden en inlevingsvermogen/empathie. Ook heeft een veranderende omgang plaatsgevonden met sociale media/internet. Jongeren zijn ten tijde van de pandemie bovendien vaker online gegaan om te zoeken naar antwoorden op vragen over hun problemen en identiteit. Hierdoor is een deel van de jongeren extra gevoed door online content met radicaal en ondemocratisch gedachtegoed. Deze ontwikkelingen wijken af van eerdere cohorten jongeren. Het gaat hierbij echter eerder om een versnelling van al langer bestaande trends dan van nieuwe ontwikkelingen. De lockdown periode is een mediërende, katalyserende gebeurtenis geweest die ontwikkelingen heeft versterkt, en niet zozeer een oorzaak van de problemen. Dat is vooral terug te zien bij ontwikkelingen op de gebieden sociale media en verregaande individualisering.
- Veel negatieve gevolgen van de lockdown periode lijken inmiddels te zijn afgenomen. Typische gevolgen van de coronamaatregelen zoals het externaliserend probleemgedrag lijken te herstellen. Dit geldt vooralsnog minder of niet voor verminderde emotionele empathie en inlevingsvermogen naar anderen; afgenomen vertrouwen in democratie en rechtsstaat; en de impact van sociale media mediagebruik zoals de ondermijnende werking van desinformatie en het ontstaan van parallelle werkelijkheden (gesprek voeren wordt steeds moeilijker als gevolg van verschillende bronnen voor wat de ‘waarheid’ is).
- Het herstellen van empathie is voorwaardelijk voor zowel de educatie over democratie en rechtstaat als voor duurzame betrokkenheid bij abstracte begrippen als democratie en rechtstaat. Uit het onderzoek blijkt immers dat de verschillende verschijningsvormen van empathie (het kunnen verplaatsen in het perspectief van een ander, het meevoelen met emoties van anderen en vaardigheden als actief luisteren) belangrijk zijn voor het functioneren van de democratische rechtsstaat. Een afname van empathie kan een bedreiging zijn voor de sympathie voor democratie en rechtsstaat en/of participatie aan de democratie en rechtsstaat. In de coronaperiode zijn de cognitieve en emotionele empathie bij jongeren onder druk komen te staan mede omdat zij minder in aanraking kwamen met andere perspectieven of emoties van anderen, en minder mogelijkheden hadden om met anderen mee te voelen en hen te steunen. Cognitieve en emotionele empathie bij jongeren staat óók onder druk door verhoogde blootstelling aan desinformatie, influencers en gewelddadige games. Dit kwam vaker voor tijdens de coronacrisis maar lijkt ook onderdeel te zijn van een lange termijntrend van een veranderend gebruik van internet / sociale media.
We hebben eerder het onderzoek #AllTogetherChallenge Telstar in opdracht van Anne Frank Stichting uitgevoerd.