De Raad voor de Kinderbescherming is met de invoering van de Wet op de Jeugdzorg per 1 januari 2005 in civiele zaken een tweedelijns organisatie geworden. Meldingen van zorgelijke situaties rond kinderen komen in principe via het Bureau Jeugdzorg of AMK bij de Raad binnen. De Raad wordt dan om een onderzoek gevraagd. Deze nieuwe positionering betekent dat de startpositie voor de raadsonderzoeker bij beschermingsonderzoeken is veranderd.
Dit onderzoeksrapport verschaft feitelijke informatie over de wijze waarop het raadsonderzoek in de praktijk wordt uitgevoerd en over de inhoud en eigenstandige waarde van het raadsonderzoek. De onderzoeksgegevens zijn verzameld via een grootschalig, representatief dossieronderzoek en door interviews met raadsonderzoekers en kinderrechters. De resultaten van het onderzoek gebruikt de Raad als bouwstenen voor verbetering van de samenwerking met ketenpartners en het versnellen van de procedures, daar waar kinderen in de knel zitten.