Sinds 2008 hebben beleidswijzigingen zoals de decentralisatie van de jeugdzorg en maatschappelijke ontwikkelingen als de woningmarkt- en coronacrisis het gezinslandschap sterk beïnvloed. Hoewel er veel overheidsbeleid bestaat dat effect heeft op het leven van gezinnen, wordt dit veelal vanuit verschillende perspectieven ontwikkeld. Het is daarom waardevol om te evalueren hoe het gezinslandschap eruitziet: Het Verwey Jonker Instituut onderzocht hoe het gaat met gezinnen in Nederland sinds 2008. Welke knelpunten ervaren zij? Van welke voorzieningen maken zij gebruik? En waar hebben gezinnen nog meer behoefte aan? Deze vragen staan centraal in dit rapport.
Het rapport belicht trends en ervaringen op thema’s zoals gezinsvorming, arbeidsparticipatie, taakverdeling en woonsituatie. Onderzoeksmethoden omvatten literatuurstudie, CBS-data, een online peiling en gesprekken met ouders, experts en maatschappelijke organisaties.
Hoewel het op het eerste oog goed lijkt te gaan met gezinnen, identificeren we op basis van de resultaten een aantal knelpunten. Er is sprake van een groeiende onzekerheid doordat de basis voor het vormen van een gezin als steeds instabieler wordt ervaren, bijvoorbeeld door flexibilisering van de arbeidsmarkt en het woningtekort. Gezinnen hebben daarnaast vaak het gevoel dat ze vastzitten in de huidige situatie. Verder is er sprake van ongelijkheid tussen gezinnen, waarbij met name de kloof op sociaaleconomisch vlak lijkt toe te nemen. Om tot een vernauwing van deze kloof te komen is er passende ondersteuning nodig vanuit de overheid. Ouders ervaren echter verschillende barrières hierin, zoals gebrek aan vertrouwen in de overheid wegens incidenten als de toeslagenaffaire, onbekendheid met de ondersteuning en complexiteit van regelingen. Overkoepelend zien we dat gezinnen veel druk ervaren, wat invloed heeft op de mentale gezondheid van gezinsleden.
In het rapport doen we aanbevelingen voor beleidsmakers die te maken hebben met beleidskeuzes die gezinnen raken.