Het ministerie van VWS laat een breed houdbaarheidsonderzoek uitvoeren uit naar de Wmo 2015. Onderdeel hiervan is een studie van het Verwey-Jonker Instituut, Bureau Anderzoek en BMC naar de relatie tussen gemeentelijk beleid, investeringen in de sociale basis, en de uitgaven aan Wmo-maatwerkvoorzieningen. Wij hebben de landelijke uitgaven tussen 2017 en 2023 geanalyseerd op basis van IV3-taakvelden, een informatiesysteem dat financiële rapportages van gemeenten standaardiseert. Daarnaast hebben we het beleid en de financiën in zes gemeenten verder onderzocht.
Door de sociale basis specifiek voor dit onderzoek af te bakenen, konden we de beleidskeuzes en uitgaven in gemeenten over meerdere jaren analyseren. Deze afbakening was noodzakelijk omdat de sociale basis meer omvat dan alleen de onderdelen waarin gemeenten financieel investeren via subsidies of overheidsopdrachten.
Conclusies en aanbevelingen
Uit het onderzoek blijkt dat investeringen in de sociale basis helpen om de kosten van Wmo-maatwerkvoorzieningen en andere kosten in het sociaal en zorgdomein te dempen. Echter, veel andere factoren beïnvloeden de Wmo-uitgaven nog veel sterker. De effecten van investeringen in de sociale basis worden bovendien vaak pas na enige tijd zichtbaar.
Het rapport bevat aanbevelingen over hoe om te gaan met de relatie tussen investeringen in de sociale basis en de stijgende zorgkosten in de Wmo 2015 en breder.