Het Bureau Klachtenondersteuning Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming Groningen (verder te noemen BKJ) bestaat in 1999 ruim twee jaar. De subsidiënt, de provincie Groningen, acht de tijd rijp voor een evaluatie van het BKJ. Sinds 1998 zijn de bevoegdheden, rechten en faciliteiten van een cliëntenvertrouwenspersoon (verder te noemen CVP) in de jeugdhulpverlening wettelijk verankerd. De regeling is facultatief: Er kan een CVP aangesteld worden, maar het is niet verplicht. Omtrent deze twee onderwerpen heeft de provincie Groningen een onderzoeksopdracht verstrekt aan het Verwey-Jonker Instituut.
De voornaamste resultaten van het onderzoek zijn:
- De klanten van het BKJ zijn over het algemeen tevreden over de dienstverlening.
- Samenwerking en overleg van het BKJ met andere organisaties die zich inzetten voor het cliëntenbelang, zijn zeer goed.
- De bekendheid van het BKJ binnen de instellingen is nog niet optimaal; om dit te bevorderen en ook verder de samenwerking te verbeteren is intensiever overleg met de instellingen nodig.
- Het aantal klanten dat het BKJ bedient (in dit stadium 40 per jaar) is normaal te noemen.
- Er is een draagvlak in Groningen voor invoering van een CVP, mits dit in goed overleg gebeurt.
- Een CVP is geen doublure ten opzichte van andere vormen van vertrouwenswerk voor cliënten.
- Het gevaar dreigt echter van een structuur van cliëntenondersteuning die voor de cliënten zelf ondoorzichtig is. Daarom dient de invoering van een cvp gepaard te gaan met een verheldering van ieders positie in dit veld.