Op 1 juli 2016 is de Wet op de Jeugdverblijven in werking getreden. Dit betreft privaat gefinancierde verblijven waar jongeren van twaalf tot achttien jaar overnachten. De wet heeft als doel de veiligheid, het pedagogische klimaat en de ongestoorde ontwikkeling van de minderjarigen zoveel mogelijk te waarborgen.
Met de wet beoogt de overheid de controleerbaarheid, de transparantie en de dialoog tussen gemeente en jeugdverblijf te vergroten. In opdracht van de ministeries van VWS en SZW onderzocht het Verwey-Jonker Instituut of de wet voldoende basis biedt om het doel en de beoogde effecten te bereiken.
Wij concluderen dat de wet heeft bijgedragen aan de controleerbaarheid van het beleid van de jeugdverblijven om een veilig pedagogisch klimaat te bieden. Het toezicht op de uitvoering in de praktijk is echter nog niet goed van de grond gekomen. Dit hangt samen met het feit dat er bewust voor is gekozen om geen dichtgetimmerde kwaliteitseisen te stellen, maar de jeugdverblijven het eigen beleid te laten formuleren. Tegelijkertijd wordt wel verwacht dat de toezichthouders van de GGD zich een beeld kunnen vormen van het pedagogische klimaat. Een accentverschuiving van controlerend naar meer stimulerend toezicht kan ervoor zorgen dat er meer zicht komt op de praktijk. In ons rapport doen we aanbevelingen over hoe dit te bereiken.