Het aantal jeugdigen en gezinnen in jeugdhulp is de afgelopen jaren significant gestegen. Als onderdeel van de (in ontwikkeling zijnde) Hervormingsagenda Jeugd heeft het ministerie van VWS aan het Verwey-Jonker Instituut gevraagd om in kaart te brengen hoe een afwegingsproces er uit kan zien, horend bij criteria voor een (scherpere) afbakening van de niet-vrij toegankelijke jeugdhulp (jeugdhulp waar een beschikking voor nodig is).
Tussen medio september en eind oktober voerden wij hiervoor tientallen gesprekken met personen vanuit verschillende perspectieven en organisaties, waaronder het Rijk, de VNG, gemeenten, lokale teams, de LHV, De Nederlandse GGZ, Jeugdzorg Nederland, Gecertificeerde Instellingen, de VGN, het NCJ, het NJi, diverse juristen en ervaringsdeskundigen. Parallel hieraan deden wij een literatuuronderzoek.
Toegang tot (niet-vrij toegankelijke) jeugdhulp raakt aan de afweging van een professional, maar ook aan de juridische mogelijkheden voor gemeenten. Het Rijk is stelselverantwoordelijk voor de landelijke wet- en regelgeving. Onze verkenning biedt inzicht in hoe een afwegingsproces voor professionals er op hoofdlijnen uit zou kunnen zien, en welke elementen er in zouden moeten zitten, ongeacht om welke verwijzer het gaat. Ook gaan wij in op enkele juridische mogelijkheden, en de te verwachten impact hiervan. Tot slot gaan wij in deze verkenning in op de randvoorwaarden die moeten gelden om een dergelijk afwegingsproces te laten werken zoals bedoeld: zodat jeugdigen en gezinnen die het nodig hebben, passend advies, hulp of zorg kunnen krijgen, op basis van een goede afweging in samenspraak met de jeugdige en het gezin.