Het creëren van een beter imago zou voorschoolse voorzieningen kunnen helpen om meer kinderen met een taal- en leerachterstand te bereiken. Moeders met een niet-westerse afkomst schuwen de voorzieningen onder meer door de negatieve media-aandacht, waaronder de bekende misbruikzaken.
Aanbieders moeten potentiële klanten goed uitleggen wat zij doen om misbruik te voorkomen en garanderen dat de kinderen in goede handen zijn. Dit is één van de meerdere bevindingen die voort gekomen zijn uit dit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut naar de belangrijkste redenen voor de moeders om geen gebruik te maken van voorschoolse voorzieningen. Verder doen zowel gemeenten als de aanbieders van voorschoolse educatie er verstandig aan om ouders met een niet-westerse afkomst, die kinderen hebben met een leerachterstand, beter te informeren. De informatie moet toegankelijk en helder zijn voor de doelgroep en aangeboden worden op plaatsen waar zij vaak komen (consultatiebureau, buurthuis, speeltuin).
Dit onderzoek is in opdracht van FORUM en de Bernard van Leer Foundation uitgevoerd. Bijna veertig moeders met peuters zijn bevraagd. Deze vrouwen hebben een niet-westerse herkomst en hebben maximaal een middelbare opleiding genoten.