Een op de vijf Nederlandse ouders met een niet-westerse migratieachtergrond is tegenwoordig van de tweede generatie. KIS onderzocht hoe deze ouders de opvoeding van hun kinderen beleven, wat zij hierin belangrijk vinden, en waar zij behoefte aan hebben met betrekking tot steun bij de opvoeding.
Het aandeel tweede generatie gezinnen zal de komende jaren toenemen. Een groter deel van hun kinderen komt in de puberteit de komende jaren. In deze fase van de ontwikkeling ontstaan nieuwe vragen. Zo kunnen thema’s die gerelateerd zijn aan opvoeden en opgroeien in de migratiecontext meer gaan spelen. Zoals spanningen rond waarden en normen, de zoektocht naar een eigen identiteit, discriminatie en de verhouding tot de bredere samenleving.
Kennis over wat juist de jongere generatie ouders belangrijk vindt in de opvoeding, welke opvoedvragen zij hebben en hoe zij ondersteund (willen) worden bij de opvoeding, is van belang voor professionals en vrijwilligers die veel met deze ouders werken. Voor hen kan deze kennis behulpzaam zijn om ouders zo goed mogelijk te ondersteunen.
In dit onderzoek zijn ruim 40 moeders van de tweede generatie met uiteenlopende (migratie-) achtergronden en enkele moeders met een Nederlandse achtergrond bevraagd over hun opvoedwaarden, vragen, onzekerheden en steunbehoeften. De focus lag op de waardenopvoeding.
In dit rapport vatten we de belangrijkste bevindingen samen, en geven we aanbevelingen voor ondersteuning.