Het Verwey-Jonker Instituut en Centre of Expertise Veiligheid en Veerkracht van de Avans Hogeschool voeren in opdracht van het Ministerie van Justitie & Veiligheid (Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen)een onderzoek uit naar (strafbare) vormen van online geweld in het publieke en semipublieke domein (tussen burgers onderling). Het gaat hierbij om de volgende vormen:
- bedreiging (incl. intimidatie)
- haat zaaien
- oproepen tot geweld
Deze online geweldsuitingen kunnen ook leiden tot en/of samengaan met offline fysiek geweld. Door de beperking van geweld tot het publieke en semipublieke domein worden huiselijk en seksueel geweld (zoals stalking, sextortion, grooming, etc.) niet meegenomen. Ook cultureel en politiek geweld blijven buiten beschouwing. Verder gaat het om online geweld gericht op personen en valt online geweld tegen dieren of goederen (vandalisme) buiten de scope van het onderzoek.
Doel/vraagstelling
Het onderzoeksdoel is om meer inzicht te krijgen in de verschillende uitingsvormen van online geweld, de onderliggende maatschappelijke context en de profielen van daders/plegers en slachtoffers. Daarnaast zullen we inzicht verkrijgen in de impact van online geweld op slachtoffers en de bredere samenleving, evenals de behoeften van slachtoffers, zoals nazorg, copingsmechanismen en het voorkomen van herhaald slachtofferschap. Deze inzichten bieden aanknopingspunten voor een gerichte aanpak van (strafbaar) online geweld.
Factsheet online geweld onder jongeren
Het Verwey-Jonker Instituut heeft als onderdeel van dit onderzoek een eerste deelproduct gemaakt: een factsheet over online geweld onder jongeren. Deze factsheet geeft zicht op:
- De huidige situatie van verschillende vormen van online geweld onder Nederlandse jongeren in het voortgezet onderwijs
- Verschillende factoren die in de context van (online en offline) delicten en criminaliteit relevant zijn.
We hebben kwantitatief onderzoek gedaan naar online geweld onder jongeren en geven zicht op de volgende vier online delicten:
- Versturen, delen of reposten van een intieme foto of video van iemand tegen diens wil in
- Versturen van kwetsende berichten of reacties op sociale media over iemands etnische achtergrond, nationaliteit, religie, genderidentiteit, seksuele voorkeur, of een andere soortgelijke reden
- Gebruiken van internet, e-mail of sociale media om anderen te bedreigen en/of te misleiden om geld te verdienen
- Hacken van een computer of account om data te verkrijgen, dan wel te vernietigen
Vragen die in deze factsheet beantwoord worden zijn:
- Hoeveel jongeren zijn pleger?
- Hoeveel jongeren worden slachtoffer?
- Wat de achtergrondkenmerken (leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status, onderwijsniveau en migratieachtergrond ja/nee) van plegers en slachtoffers?
- Is er overlap tussen plegers en slachtoffers?
- Welke persoonlijke- en omgevingsfactoren uit de literatuur (o.a. afkomstig uit de situationele actietheorie van Wikström) hangen wel/niet samen met online delicten? (risicovolle situaties zoals woonachtig zijn in criminele buurten of veel criminele vrienden hebben), lage zelfcontrole, morele normen en pro-sociale waarden, band met de familie, ouderlijk toezicht, aantal goede vrienden, aantal digitale vrienden etc.)
- In hoeverre zijn er signalen dat online jeugdcriminaliteit verschilt van fysieke jeugdcriminaliteit?
De data is afkomstig uit de International Self-Report Delinquency Study 4, welke in 2023 en 2024 onder scholieren in het voortgezet onderwijs in Nederland zijn verzameld. Uniek aan deze internationale studie is het gebruik van een gestandaardiseerde zelfrapportage-enquête over pleger- en slachtofferschap van delinquent gedrag. In de vierde wave zijn vragen opgenomen over zowel offline als online geweld.