Geweld in het gezin is anno 2016 nog steeds een ernstig en veelvoorkomend probleem. Geweld kan van generatie op generatie worden overgedragen. Hoe kan dit worden voorkomen, welke preventiepraktijken zijn veelbelovend in het terugdringen van geweld in gezinnen en wat kunnen we leren van praktijken in het buitenland? Dat waren de belangrijkste vragen van dit verkennende onderzoek naar veelbelovende preventiepraktijken in Nederland en Europa.
We hebben preventieprojecten op verschillende niveaus onderzocht: primaire (voorkomen in het algemeen), secundaire (activiteiten gericht op risicogroepen) en tertiaire preventie (voorkomen van herhaling). We hebben dit vertaald naar drie domeinen, namelijk het gezin, jongeren en gemeenschap. Om effectief te kunnen zijn, dient een project of interventie beschermende factoren te vergroten en risicofactoren te verminderen op individueel niveau, micro en mesoniveau.
Daarnaast hangt de effectiviteit van preventieprojecten af van de aanwezigheid van verschillende werkzame elementen, zoals onderbouwing en kwaliteit van uitvoering, relevantie voor betrokkenen en variatie in methoden, duurzaamheid en de relatie tussen de professional en cliënt. Voor zowel beschermende en risicofactoren als werkzame elementen van een interventie gelden dat gender een rol speelt. In de analyse van de preventiepraktijken kijken we daarom naar beschermende en risicofactoren, de werkzame factoren en genderverschillen. In het rapport worden per domein verschillende Nederlandse en buitenlandse projecten beschreven en geanalyseerd op effectiviteit.