Richtlijn radicalisering bij jongeren

PublicatiesGepubliceerd op: 11-09-24
Het Verwey-Jonker Instituut ontwikkelde samen met de Hogeschool van Amsterdam en Sherazade advies een richtlijn voor de preventie en aanpak van radicalisering bij jongeren. De richtlijn is bedoeld voor professionals in de jeugdhulp en jeugdbescherming, en voor andere jeugdprofessionals die te maken kunnen krijgen met radicalisering bij jongeren.

De focus van de richtlijn ligt op een preventieve aanpak van ‘zorgwekkende radicalisering die kan leiden tot extremistisch geweld’ in plaats van ‘radicale ideeën’. Radicale ideeën kunnen horen bij de adolescentiefase en hoeven op zichzelf niet zorgwekkend te zijn. Jongeren kunnen echter verstrikt raken in radicale opvattingen die een gevaar vormen voor de ontwikkeling van de jongere zelf of voor de omgeving. Een jongere kan er mentaal en sociaal onder lijden, niet meer meedoen in het dagelijkse leven, of vrienden of naasten verliezen.

Pedagogische taak jeugdprofessionals

Een radicaliseringsproces waar geen aandacht voor is, of waar zorg ontbreekt, kan tot situaties leiden waarin de fysieke en psychische veiligheid van mensen in gevaar komt, of waarin het vertrouwen in de samenleving uitgehold wordt. Daarom is het voor de persoon in kwestie en voor de maatschappij in het algemeen belangrijk dat er tijdig en passend ingegrepen wordt. Jeugdprofessionals hebben daarin een belangrijke pedagogische taak. Zij hebben immers zicht op, of contact met jongeren. Ook kunnen zij bijsturen als dat nodig is.

Contextueel werken

De richtlijn heeft nadrukkelijk aandacht voor het belang van contextueel werken bij radicalisering. Hoe radicalisering er uitziet, zoals haar onderliggende ideologie en verschijningsvormen, verandert door tijd en omstandigheden (context). Zorg in de preventieve aanpak van radicalisering daarom voor voldoende ruimte voor experimenteren en innoveren, evaluatie en reflectie.

Aanbevelingen signalering en aanpak bij jongeren

In het rapport geven we aanbevelingen aan jeugdprofessionals voor het signaleren en aanpakken van radicalisering bij jongeren:

  • Hoe kun je signalen van mogelijke (zorgwekkende) radicalisering herkennen en interpreteren, en welke hulpmiddelen kun je daarvoor gebruiken?
  • Hoe kan je met een jongere in gesprek gaan over signalen die mogelijk wijzen op (zorgwekkende) radicalisering?
  • Wat doe je met signalen van mogelijke radicalisering, en hoe kun je informatie hierover delen?
  • Hoe kun je radicalisering preventief aanpakken?
  • Welke organisaties spelen een rol bij preventie, duiding en aanpak van radicalisering, en hoe kunnen professionals hiervan gebruikmaken?

Voor wie is deze richtlijn?

De richtlijn Radicalisering is bedoeld voor zowel professionals in de jeugdhulp en jeugdbescherming als andere jeugdprofessionals die te maken kunnen krijgen met radicalisering bij jongeren. Zoals jongerenwerkers, onderwijsprofessionals, veiligheidsprofessionals, medewerkers van Bureau Halt, reclassering en politie.

Ontwikkeling

De richtlijn Radicalisering is ontwikkeld door het Verwey-Jonker Instituut (projectleiding), de Hogeschool van Amsterdam en Sherazade Advies. De ontwikkeling vond plaats in nauwe samenwerking met een ontwikkelwerkgroep, bestaande uit wetenschappers en praktijkexperts. Op basis van commentaar en een proefimplementatie is de richtlijn aangevuld, en tot slot geautoriseerd door de beroepsverenigingen NIP, NVO en BPSW. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft het ontwikkelproces begeleid.

Thema's

Deel deze publicatie op: