Het Verwey-Jonker Instituut en Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) hebben een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar vertrouwen en spanningen tussen bevolkingsgroepen in twintig Amsterdamse buurten. Bureau Onderzoek en Statistiek enquêteerde 4.563 bewoners, het Verwey-Jonker Instituut heeft een groot aantal verdiepende gesprekken gevoerd met professionals en bewoners. Het onderzoek gebeurde in opdracht van de Amsterdamse stadsdelen Nieuw-West, West, Oost, Zuid en Zuidoost.
Signaleren spanningen en vertrouwen
In veel Amsterdamse buurten blijken bevolkingsgroepen op een prettige manier met elkaar samen te leven, maar in andere buurten staat de sociale cohesie onder druk. Een aanzienlijk deel van de bewoners voelt zich er niet (meer) thuis en er bestaan spanningen tussen groepen bewoners. Het kan hierbij onder meer gaan om groepen die verschillen naar land van herkomst; ouderen en jongeren; huurders en kopers; en mensen die langer of korter in een wijk wonen.
Risicofactoren:
- Overlastgevend en crimineel gedrag van jongeren.
- Overlastgevend gedrag kinderen 8 t/m 14 jaar.
- Botsende opvattingen over schoonhouden (semi)openbare ruimte.
- Onvoldoende publieke familiariteit en beperkte informele sociale controle.
- Botsende omgangsvormen en normen.
- Diversiteit van de bevolkingssamenstelling.
- Aanwezigheid van jongeren met licht verstandelijke beperking.
- Uitstel stedelijke vernieuwing.
- Aanwezigheid bewoners psychiatrische problematiek.
Op basis van de onderzoeksresultaten blijkt dat de potentiële risicofactor religie geen (rechtstreekse) relatie heeft met het ontstaan van spanningen.
Beschermende factoren, beleid
Het onderzoek wijst uit dat het met de basisaanpak van spanningen van stadsdelen en gemeente goed zit. De hiervoor genoemde oorzaken (zoals het niet schoonhouden van de buurt en overlastgevend gedrag van jongeren) zijn vaak al onderwerp van het reguliere beleid. Het bestaande beleid is echter effectiever te maken door de aanpak meer te richten op specifieke risico- en beschermende factoren van spanningen, zoals:
- Terugdringen jeugdcriminaliteit en -overlast.
- Verbeteren publieke familiariteit en informele sociale controle.
- Stimuleren eigen kracht bewoners.
- Zichtbaarheid en benaderbaarheid professionals in de buurt.
- Integraal beleid.
Conferentie 2012
Het onderzoek is mogelijk gemaakt door een onderzoeksubsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De wetenschappelijke begeleiding was in handen van de Leerstoel Burgerschap en Veiligheid van de Vrije Universiteit. Op woensdagochtend 18 april 2012 organiseerde DMO (afdeling Burgerschap en Veiligheid) in Pakhuis de Zwijger een stadsbrede conferentie: Tegengaan van spanningen en versterken van vertrouwen in Amsterdamse buurten: wie doet wat, waar?
Rapporten
Het onderzoek is opgetekend in zes rapporten. Eén rapport gaat overkoepelend in op bevindingen uit de vijf stadsdelen en schetst op basis van de Veiligheidsmonitor ook een beeld van vertrouwen en spanningen in geheel Amsterdam. Vijf rapporten gaan elk op een afzonderlijk stadsdeel in. De digitale rapporten zijn hiernaast te downloaden.
Nieuwe methodiek
Spanningen in de H-buurt, E-buurt/G-buurt West en Gein I/II
Het onderzoek heeft een nieuwe methodiek opgeleverd om locatiespecifiek te bepalen in hoeverre er sprake is van spanningen en/of vertrouwen, en welke risico- en beschermende factoren hieraan ten grondslag liggen. Daarmee biedt de methodiek een manier om te bepalen welke extra inzet van beleid benodigd is om de beschermende factoren te versterken. Heeft u belangstelling voor deze methodiek dan kunt u contact opnemen met en Ron van Wonderen.
Dit is een uitgave van de Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek en Verwey-Jonker Instituut