Gebiedsontwikkeling heeft in Nederland een sterk fysieke inslag. Traditiegetrouw is de regie in handen van (fysieke en economische afdelingen van) gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars. Actoren in het sociale domein zoals welzijnsorganisaties en zorgaanbieders vervullen een meer aanvullende rol.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) creëert, zo lijkt het, meer ruimte om sociale gebiedsontwikkeling prominenter op de agenda te zetten. Het gaat volgens de auteurs om het vormgeven van nieuwe verhoudingen tussen overheden, maatschappelijke organisaties en burgers. Dat vraagt van alle partijen een bezinning op hun rol in het uitvoeren van hun sociaal-maatschappelijke opdracht.