In hulpverleningsland wordt steeds meer nadruk gelegd op het meten van uitkomsten van interventies. Behalve voor verantwoording is het meten van uitkomsten ook een uitermate belangrijk middel voor praktijkinnovatie en kwaliteitsbevordering. Door het meten van ervaringen van cliënten wordt inzicht verkregen in succes- en faalfactoren van interventies, ofwel: wat zijn werkzame of juist contraproductieve elementen in de hulpverlening?
Speciaal voor het verzamelen van informatie bij cliënten van het algemeen maatschappelijk werk over hun ervaringen met de hulpverlening heeft het Verwey-Jonker Instituut het Sater-systeem ontwikkeld. Door middel van een gestandaardiseerde en gecomputeriseerde vragenlijst zijn cliënten uitgebreid bevraagd.
Aan dit pilot-project werkten vijf instellingen voor algemeen maatschappelijk werk intensief mee, waaronder ook NoorderMaat.
In dit rapport worden de uitkomsten van de vestigingen in Assen, op het platteland en in Haren/Hoogezand met elkaar vergeleken, alsmede de uitkomsten van NoorderMaat ten opzichte van de andere vier pilot-instellingen.
Dit rapport is interessant voor iedereen die meer inzicht wil krijgen in het werk en de cliënten van het algemeen maatschappelijk werk en van NoorderMaat in het bijzonder.
Deze publicatie verschijnt als deel in een reeks van vijf rapporten, over het meten van de waardering van cliënten over het maatschappelijk werk.