Kinderen die uit huis zijn geplaatst door de kinderrechter hebben sinds 1945 niet altijd de bescherming tegen seksueel misbruik gekregen, waarop ze recht hadden. Overheid, instellingen en pleegzorg zijn daarin tekort geschoten. Eerst omdat men geen notie had van misbruik van de kinderen; later is er sprake van een gebrek aan professionaliteit en durf om zaken aan te pakken.
Dat is één van de conclusies die de commissie-Samson trekt in haar rapport ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’. Het rapport is op maandag 8 oktober 2012 door de voorzitter van de commissie, oud-procureur-generaal Rieke Samson, aangeboden aan de minister van VenJ Ivo Opstelten en staatssecretaris van VWS, Marlies Veldhuijzen van Zanten. De ministers van Justitie en voor Jeugd en Gezin waren in 2010 opdrachtgever voor het onderzoek.
‘Omringd door zorg, toch niet veilig’ van de commissie-Samson bestaat uit drie delen. Deel 1 is het hoofdrapport. In deel 2 verantwoordt de commissie het onderzoek. Deel 3 omvat onder meer de deelonderzoeken die voor de commissie zijn uitgevoerd. ‘Seksueel misbruik in de jeugdzorg’ betreft deel 3, deelonderzoek 2b.
Zie ook deelonderzoek 3b. van het Verwey-Jonker Instituut: Literatuurstudie, interviews en dossierstudie seksueel misbruik in pleeggezinnen en instellingen voor jeugdzorg en deelonderzoek 4 van de Rijksuniversiteit Groningen met medewerking van Marian van der Klein (Verwey-Jonker Instituut): Aard en omvang van seksueel misbruik in de residentiële jeugdzorg en reacties op signalen van dit misbruik (1945-2008).