Dit cahier is een vervolg op het Wmo-essay Nieuwe Eisen aan sociale professionals (Van Vliet, 2009). Het doet verslag van hoe in drie lokale praktijken is gewerkt aan de vernieuwing van sociale professionaliteit. De belangrijkste les is dat professionalisering alleen tot ontwikkeling kan komen wanneer betrokken partijen zoals gemeente, maatschappelijke organisaties (welzijn, corporaties, ggz-instelling, onderwijs) en burgers het vermogen hebben om te reflecteren op hun eigen rol en op die van anderen (zoals verwachtingen). En als ze elkaar de ruimte laten.
Ieder levert daaraan een bijdrage vanuit een eigen belang, een eigenheid die bestaat uit specifieke kennis, vaardigheden en competenties. Professionaliteit kan tot zijn recht komen in een goede mix van randvoorwaarden, samenwerking, instrumenten en competenties. De regiefunctie van de gemeente die hierop gericht is, draagt bij aan een succesvolle uitvoering van (onderdelen van) de Wmo.