Het Noordzeekanaalgebied en de haven van Amsterdam (NZKG) is de grootste benzine-opslaghaven en de tweede kolen- en cacaohaven van de wereld. Er komen hier veel Zuid-Amerikaanse goederen (zoals cacao) aan land. Daarmee faciliteert de haven ongewild cocaïnetransport. Samen met de VU onderzocht Verwey-Jonker Instituut de aanpak van ondermijnende drugscriminaliteit in dit gebied.
Uit het onderzoek blijkt dat het NZKG een steeds belangrijker criminele uitwijkhaven wordt, waar legale diensten benut worden door de georganiseerde drugscriminaliteit. Het begrip ‘ondermijning’ blijkt een averechts effect te hebben op de aanpak van de drugscriminaliteit. Beleidsmatig heeft dit woord mobiliserend gewerkt, maar het verlamt de uitvoering en de samenwerking.
Uit de interviews blijkt een grote wil tot samenwerken als één overheid, maar het ontbreekt aan gezamenlijke slagvaardigheid. Er is een gebrek aan eigenaarschap en er is sprake van bestuurlijke versplintering, ook vanwege het grote aantal relevante partners: verschillende politie-eenheden, RIEC’s, de douane, de FIOD, de KMar, inspecties, het Havenbedrijf en enkele gemeenten.
In het rapport doen we aanbevelingen om tot een minder complexe aanpak van de drugscriminaliteit te komen.