Het aantal werknemers met een vast contract is in 2015 gedaald naar 60%. Tegelijkertijd steeg het aantal mensen met een flexibel contract. Niet alleen is het totaal aantal flexwerkers toegenomen, er is ook een grotere verscheidenheid aan flexcontracten ontstaan. We doelen daarmee op oproepkrachten, min-max-contracten, nul-urencontracten, uitzendkrachten, payrollers, gedetacheerden, zzp-ers en freelancers.
Die grote verscheidenheid aan contractvormen duidt op een grote behoefte aan flexibiliteit bij werkgevers. Is de verregaande flexibilisering van contractvormen tijdelijk en ingegeven door de economische crisis van de afgelopen jaren? Of is deze flexibilisering structureel, en bepaald door internationalisering, kostenbesparingen en de behoefte snel te kunnen inspelen op veranderingen in de markt? In dit rapport laten we werkgevers aan het woord over de verschillende contractvormen. We hebben gekeken naar hun feitelijke gedrag, motieven, voorkeuren en hun verwachtingen voor de toekomst.
Verder lezen over het onderzoek
- M. van der Klein, C. Aussems, A. Jansma, M de Gruijter, en K. Piets (2016). Een nieuwe generatie een nieuw geluid? Werkenden (in spe) over vaste en flexibele contracten.. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
- M. van der Klein & M. Stavenuiter (2016). Zoeken naar zekerheid in vast en flexibel werk. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
- M. van der Klein, A. Jansma & C. Aussems. (2016). Literatuurstudie werkgevers over vast en flexibel personeel. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.