Het recht op behoorlijke huisvesting is een fundamenteel mensenrecht. Vanuit een stabiele basis kunnen mensen maatschappelijk deelnemen, relaties opbouwen en onderhouden. In dit onderzoek hebben we het onderwerp discriminatie verkend in het domein van wonen. Het beeld dat naar voren komt is dat niet voor iedereen dit recht op een (geschikte) woning op een gelijkwaardige manier is gegarandeerd. Het Verwey-Jonker Instituut en Movisie voerden deze verkenning uit in opdracht van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme.
Eerst is er geïnventariseerd welke discriminatieproblemen binnen het domein van wonen worden ervaren. Aan de hand van vooraf bepaalde criteria zijn uit de geïnventariseerde discriminatieproblemen twee problemen geselecteerd voor nader onderzoek. Deze twee discriminatieproblemen zijn: discriminatie op grond van herkomst bij hypotheekverstrekkingen en discriminatie van mensen met een beperking in de toegang tot een woning.
Uit het de verkenning naar hypotheekverstrekkingen komen geen signalen naar voren dat er sprake is van directe discriminatie bij hypotheekverstrekkingen. We zien wel dat over het algemeen mensen met een migratieachtergrond, vanwege gemiddeld slechtere arbeids- en financiële posities, minder toegang hebben tot een hypotheek. De oorzaken hiervan kunnen deels toegeschreven worden aan structurele discriminatie en institutioneel racisme. Doordat eigenwoningbezit bijdraagt aan het opbouwen van vermogen en doorgeven van vermogen aan volgende generaties, is het gevolg dat er structurele (financiële) ongelijkheid ontstaat.
De verkenning laat zien dat er veel uitdagingen zijn voor mensen met een beperking op het gebied van wonen. Discriminatie op grond van beperking wordt op verschillende manieren ervaren. Zo zijn er (1) aanwijzingen dat mensen met een beperking worden geweigerd voor een woning vanwege hun beperking. Daarnaast (2) kan discriminatie zich uiten doordat aanpassingen aan woningen in sommige gevallen niet worden gerealiseerd. Hierdoor zijn mensen aangewezen op een woning waarin zij niet volledig kunnen functioneren of worden zij min of meer gedwongen om te verhuizen. Naast dit gegeven, worden (3) mensen met een beperking aangetast in hun vrijheid doordat er weinig woningen geschikt zijn voor mensen met (verschillende typen) beperking(en).