Op het terrein van het ministerie van Justitie zijn ongeveer 18000 vrijwilligers actief. Zij doen hun werk binnen of rond werkvormen als bezoekgroepen voor gedetineerden, de gezinsvoogdij, vluchtelingenwerk, slachtofferhulp en rechtswinkels. De laatste jaren zijn nieuwe initiatieven ontstaan zoals bemiddeling bij conflicten in de buurt door vrijwilligers en surveillance op straat door Marokkaanse buurtvaders. Het ministerie vindt dit werk om drie redenen waardevol: het biedt mogelijkheden voor betrokkenheid vanuit de samenleving bij vraagstukken van justitie; het biedt een andere kwaliteit dan die van betaalde functionarissen; en het verschaft de mogelijkheid tot participatie van burgers.
De meerwaarde van het justitieel vrijwilligerswerk is niet altijd goed in cijfers uit te drukken. De centrale onderzoeksvraag in het rapport Vrijwilligerswerkbeleid van Justitie is wat de resultaten zijn van twee jaar speciaal vrijwilligersbeleid vanuit het ministerie. Hoe en in hoeverre kan het ministerie vrijwilligerswerk stimuleren en knelpunten wegnemen? En in welke mate bestaat de noodzaak en wenselijkheid van vervolgbeleid, vooral in relatie tot bestaand beleid van andere departementen en in de sectoren?
Dit rapport beschrijft de bevindingen uit de quick scan, waarvoor onder meer gesprekken zijn gevoerd met organisaties die eerder een eenmalige subsidie van het ministerie van Justitie kregen, medewerkers van gemeenten (Rotterdam, Den Haag), het ministerie van VWS, ambtenaren van beleidsdirecties van Justitie en de commissie Vrijwilligersbudget reclassering.