Een grote groep jongeren in Nederland heeft te maken met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Met subsidie van FNO voerde het Verwey-Jonker Instituut een onderzoek uit naar de omvang van de groep jongeren met NAH en de uitdagingen die zij ervaren op school en op de arbeidsmarkt.
Van ongeveer 50.000 jongeren is bekend dat zij te maken hebben met NAH. De gevolgen voor kansen op school en op de arbeidsmarkt zijn divers. Schools leren gaat soms moeilijk samen met de gevolgen van NAH, waardoor jongeren een achterstand opbouwen. Jongeren met NAH krijgen gedurende hun levensloop te maken met een gebrek aan kennis over hun (on)vermogen bij docenten en later de werkgever.
De diversiteit en onvoorspelbaarheid van de gevolgen van NAH maakt het voor docenten, werkgevers en jongeren zelf moeilijk in te schatten wat een jongere met NAH wel en niet kan. Overdracht van kennis, creëren van passend werk, realistische verwachtingen bij de jongeren en steun van ouders, werkgevers en zorgprofessionals kunnen bijdragen aan de kansen van jongeren met NAH op de arbeidsmarkt.
De resultaten van deze rapportage worden gebruikt in vervolgonderzoek naar oplossingsrichtingen voor jongeren met NAH en hun kansen op de arbeidsmarkt.