De kleur zwart als symbool voor het negatieve en de kleur wit als symbool voor het positieve is parellel aan vele gezegden, spreekwoorden en termen in de Nederlandse taal. Denk bijvoorbeeld aan zwartrijden, zwartboek of ‘een wit voetje halen’. Maar in hoeverre is dat een probleem? Heeft dit iets te maken met racisme of discriminatie, vooroordelen en stereotypen op grond van huidskleur? KIS-onderzoekers zijn de wetenschappelijke literatuur ingedoken om dit uit te zoeken. Er blijkt bewijs te zijn dat dit type woorden bijdragen aan racisme. Experts raden daarom aan om deze woorden op termijn te vervangen. Hierbij kan inspiratie worden gehaald uit het buitenland, want er zijn veel voorbeelden te vinden waarin woorden met een negatieve connotatie met de kleur zwart zijn vervangen.
De slechterik in het zwart gekleed, de ‘good guy’ in het wit. Het is een bekend beeld. Op allerlei manieren associëren we de kleur zwart met negatieve zaken en de kleur wit met positieve zaken, zo blijkt uit de wetenschappelijke literatuur. Empirisch onderzoek toont ook aan dat mensen vaker een voorkeur hebben voor de kleur wit boven zwart, maar dat dat niet biologisch is bepaald maar aangeleerd. De kleur zwart heeft ook vaak negatieve associaties (en gaat gepaard met negatieve emoties) in verschillende culturele contexten. De kleur wordt bijvoorbeeld geassocieerd met de dood, criminaliteit en andere negatieve connotaties. Er zijn wel culturele verschillen: zo wordt in China de kleur wit vaker geassocieerd met de dood, omdat deze kleur op begrafenissen wordt gedragen. Wereldwijd zien we dat de kleur wit meer geassocieerd wordt met positieve zaken en de kleurt zwart met negatieve zaken, zo komt uit onderzoek naar voren.
Samenhang en bijdrage aan racisme
Uit de wetenschappelijke literatuur komt naar voren dat negatieve associaties met de kleur zwart samenhangen met vooroordelen en stereotypen op grond van huidskleur. Zo hebben kinderen met een hoge voorkeur voor de kleur wit (boven zwart) ook hoge voorkeuren voor mensen met een lichtere huidskleur. En er is niet alleen een relatie aangetoond maar ook een effect: wanneer je bijvoorbeeld de negatieve associatie met de kleur zwart bij kinderen afleert, krijgen ze ook minder racistische vooroordelen. Dat betekent dat woorden die een negatieve associatie versterken met de kleur zwart, gevolgen hebben voor hoe mensen andere mensen met een donkere huidskleur beoordelen. En dat dit bijdraagt aan racisme. Al met al benadrukt dit onderzoek de noodzaak om bewust te zijn van deze kleurassociaties en de impact ervan op stereotypen en vooroordelen, met name op basis van huidskleur.
ICT-sector loopt voorop
In het onderzoek is ook nagegaan hoe er in Nederland en in andere landen wordt omgegaan met de negatieve associaties met de kleur zwart en de positieve met de kleur wit. Er zijn talrijke voorbeelden van pogingen tot het uitbannen van woorden die negatieve connotaties met zwart (en positieve met wit) versterken. Het gebruik van termen die negatieve associaties met de kleur zwart met zich meebrengen wordt actief ontmoedigd in diverse sectoren, zoals de IT (programmeertaal), wetenschap, media en vervoer. Wereldwijd worden er in verschillende sectoren en organisaties inspanningen geleverd om de taal en terminologie niet-discriminerend te maken, waar het vermijden van negatieve connotaties met de kleur zwart, onderdeel van is. Zo zijn er richtlijnen opgesteld voor alternatieve terminologie en het vermijden van racistische connotaties. Ook zien we internationale voorbeelden van onderwijsinstellingen waar een bewustzijn van de historische context en de impact van dergelijke terminologie op mensen wordt overgedragen. In Nederland daarentegen zijn er, op één voorbeeld na, geen vergelijkbare richtlijnen of initiatieven voor niet-discriminerend taalgebruik. Dit suggereert dat Nederland op dit gebied achterloopt in vergelijking met andere landen. De enige uitzondering hierop is de Code Diversiteit en Inclusie voor de kunst- en cultuursector. Deze geeft expliciet de aanwijzing om uitdrukkingen waarin ‘zwart’ als negatief bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, te vermijden.
De visie van experts
We hebben experts gesproken op het gebied van taal, kunst en cultuur en experts op het gebied van racisme. We vroegen hen hoe we moeten omgaan met de negatieve connotaties rondom ‘zwart’ en de positieve connotaties rondom ‘wit’. De experts vinden unaniem aanpassing van taal, symbolen en gebruiken die een negatieve associatie hebben met de kleur zwart noodzakelijk. Zoals vaak het geval is bij sociale verandering en bij taal bestaat de mogelijkheid dat deze aanpassingen weerstand oproepen in de samenleving. Tegelijkertijd is de ervaring ook dat weerstand tegen dit soort veranderingen snel kan slinken. De experts noemen verschillende strategieën in het omgaan met die weerstand: veranderen zonder daar veel ruchtbaarheid aan te geven, norm stellen en statements maken, maar ook bevragen, uitleg geven en in gesprek blijven en benadrukken wat het oplevert. Ook kan een strategie zijn om niet alles tegelijkertijd te veranderen.
Experts vinden dat zowel in het onderwijs als in de kunst- en cultuursector geëxperimenteerd kan worden met verandering en dat er vervolgens onderzoek naar deze veranderingen moet worden gedaan. Ook noemen verschillende experts expliciet de rol die bedrijven en de overheid kunnen spelen in het veranderen van problematisch taalgebruik door op grote schaal aanpassingen te doen.
Tot slot vinden de experts dat verder onderzoek nodig is: onder meer historisch onderzoek naar de relatie van woorden met negatieve associaties met zwart en de relatie met het slavernijverleden. Ook onderzoek naar hoe in de kunst- en cultuursector omgegaan wordt met negatieve associaties met de kleur zwart en positieve met de kleur wit is belangrijk.