Per jaar worden er naar schatting tussen de 150 en 800 jongens en meiden met een migratieachtergrond door hun ouders achtergelaten in het buitenland. KIS deed samen met het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating een verkennend onderzoek. In een nieuwe handreiking geven we handvatten voor professionals in onderwijs, hulpverlening en opvoedondersteuning om achterlating te signaleren en voorkomen.
Ouders met een migratieachtergrond zien achterlating vaak als een heropvoedingsstrategie, die zij inzetten als hun kind – in hun ogen – dreigt te ontsporen in de Nederlandse samenleving. Maar voor de jongeren die worden achtergelaten, is het bijna altijd een traumatische ervaring. Zij worden onvoorbereid uit hun vertrouwde omgeving gehaald en kunnen te maken krijgen met armoede, verwaarlozing, psychische en fysieke mishandelingen. Soms worden zij achtergelaten bij verre familie. Het kan voorkomen dat de jongere voor zichzelf moet zorgen, omdat de zorg voor hem/haar niet goed is afgestemd.
Ondersteunen bij opvoedingsvragen
In deze gevallen geldt achterlating als kindermishandeling, in de vorm van verwaarlozing. Voorkomen is dus van belang. Uit ons onderzoek blijkt dat het eerder en beter te ondersteunen bij opvoedingsvragen een belangrijke sleutel is.
Handvatten
In deze handreiking geven wij hier handvatten voor. We geven per beroepsgroep (onderwijs, hulpverlening, opvoedondersteuning) aan waar je als professional op moet letten om achterlating te signaleren, wat je kan doen om het te voorkomen, en wat je moet doen als een jongere eenmaal is achtergelaten.